zaterdag 29 februari 2020

Panama City Fl



Zondagmorgen maken we ons los van de kade van Apalachicola en gaan de rivier op. Eén knoop stroom tegen, dat verandert onze geplande plek van aankomst. Na het passeren van een vervallen spoorbrug, is er aan stuurboord een onooglijk kreekje en daarna hebben we ineens twee knopen stroom mee. Terug naar het oude plan. De hele dag, een zonnige zondag, zien we vier kleine visbootjes. Verder alleen maar water met bomen langs de kant. Op Lake Wimico een baggerboot midden in de geul, die stopt met baggeren om ons te laten passeren.




Bij Port St Joe gaan we achter St Joseph Peninsula voor anker liggen. In de nacht is het water doodstil, de planeten worden helder weerspiegeld. Het is zo stil, dat we de dolfijnen horen snuiven, maar we zien ze niet. Volgende dag ankeren bij St Andrews State Park en dan binnen bij Panama City en achter het gerechtsgebouw in een kleine baai. Panama City is niet mooi, brede winderige straten  met grote SUV’s en pickup trucks. 



De stad is 2 jaar geleden getroffen door de orkaan Michael, de helft van de bomen is afgebroken of ontworteld, de meeste reclame borden zijn kapotgewaaid. Vanuit de Uber zien we veel huizen met beschadigde daken en ingestorte gevels. In de baai zien we boten op de kant gesmeten en een preekstoel uit het water steken. 




We gaan naar de WestMarine winkel en kopen accukabels en een amperetang. Met de Uber chauffeur-terug praten we over de orkaan. De chauffeur-heen kwam uit Havanna, we spraken dus in het Spaans over Cuba en de Cubanen in Miami. Sanders heeft gezegd, dat Castro ook wel iets goeds heeft gedaan (onderwijs, gezondheid) nu kunnen ze zijn bloed wel drinken. 


We zagen ook het derde Democraten debat. Buttigieg was weer goed, Kochubar ook en Biden was beter op dreef. Maar we vrezen, dat Bloomberg en Sanders het uit gaan vechten en dat onze vriend dan nog 4 jaar aanblijft. Volgende week dinsdag is Super Tuesday, dan wordt duidelijker waar het heengaat.




We blijven een dag in de regen en kou op de boot. Daags daarna wandelen we in de zon de brede hoofdstraat op en neer. In het oude gemeentehuis is een kunsthal. In het trappenhuis staan 2 krukken naast een bordje Enjoy the view. Twintig lokale schilders hebben hun identiteit uitgebeeld, dat was boeiend. Verder is er een grote antiekmarkt, een theater in Art Deco stijl. De nieuwe brewery is nog niet geopend. In een highschool, 10 mijl verderop is er een toneel uitvoering van The curious incident of the dog in the night time,- een weergaloos boek. Het is echter twee keer $25 met de Uber, doen we maar niet.

Een dolfijn zwemt langzaam langs de boot, langzaam omdat vlak naast haar een jonkie meezwemt. Het is amper 40 cm lang.



We nemen de bus door de zwarte wijk naar Historic St Andrews. Een tiental oude gebouwen verspreid over vier brede straten. De jachthaven ligt nog in de vernieling. In de koffiebar Amavida spreekt de barrista een beetje Nederlands. Hij is in Amersfoort geboren en op zijn vierde naar Amerika verhuisd. Hij is Feyenoord fan en heeft een shirt van zijn idool Dirk Kuijt met handtekening.



We bezichtigen de hoofdattractie, een 240 jaar oude eik. Verder is er niks te zien, we lopen naar de supermarkt om in te slaan voor de komende tocht naar Mobile.


Naar Mobile is 3 etappes. We hebben in Mobile een plek in de Dog river Marina en zijn van plan daar de Greyhound te nemen naar New Orleans.





Rommy is druk aan het zoeken naar een betaalbare vlucht naar Nederland. We willen juni, juli, augustus en september in Nederland zijn en een appartement zoeken. In die periode moeten we woonruimte huren. Als iemands iets weet.....

zaterdag 22 februari 2020

Apalachicola


We vinden nog de 2 laatste kogeltjes van de stuurwielautomaat en monteren meteen de binnenring die we in Almere hebben gekocht. En hij doet het weer.



Eric zet er nieuwe accu’s en een nieuwe alternator in en hij doet het weer. Hij vernieuwt nog wat kabels en draagt me op later een extra aardkabel aan te leggen en niet zoveel draden op de accuklem te zetten. Een terminal naast de accu en één draad naar de klem. Maar zijn beste tip is, hoe te starten met een zwakke accu. Hij laat ons iets zien wat ik helemaal niet wist en het is zo voor de hand liggend: de compressie er af halen door de ventielen op de cilinders te openen, dan starten en de ventielen één voor één sluiten.




Ik bel de Sherif en kom een liggeld van $250 overeen. Dat is voor 5 dagen, maar we hebben hier als we zondag vertrekken hier 9 dagen gelegen. Cop en ex-cop weten van niks.

We gaan pas zondag vanwege de koude harde wind (komende nacht is de gevoelstemperatuur -3 °C) en omdat we zaterdag de Dog Parade op de kade willen zien. Verklede honden, verklede baasjes en stalletjes.


Voor een nieuwe hendel van de ankerlier ga ik op zoek naar Jim de Lasser. Hij is ziek, maar TJ (Tom Junior) van de garnalenboot doet Jims werkplaats voor me open en we vinden in de rommel een geschikte stang. TJ maakt me een pin en een handvat en wil er niks voor hebben.




De lamp is met zelftappertjes weer stevig. Kortom alles doet het weer.

Als we het liggeld meerekenen heeft deze stop ons $ 2000 gekost. Nou wilden we de gebruiks-accu’s toch al vervangen en we hebben een extra alternator gekocht. Als we dat alles aftrekken is het $ 1300. 


Tom senior van de shrimp-boat is geweldig, hij brengt Rommy naar de laundry en haalt een fles gedistilleerd water voor de nieuwe accu’s.



Op zaterdag is de Dog Parade, die is elk jaar met Mardi Grass. Op het grasveld naast de steiger zijn 60 stalletjes neergezet met kunst, handwerk, bier en eten. Er speelt een hele goede band, rock-country in Cajunstijl. We lopen rond en praten met tientallen mensen. Als we op de boot gaan zitten komen ze in drommen langs en stellen vragen over onze reis. We have a great time.





Carl, die sherif wil worden is ook in de parade. Ik krijg van hem een T-shirt Carl Whaley for Sherif 2020.




De honden zijn echt grappig. Het thema is surfen. Het kan ze niet schelen, dat ze er belachelijk uitzien met hawai-shirts en roze zonnebrillen, ze genieten van de aandacht en kwispelen. Sommigen honden zijn als haai verkleed met een vin op hun rug, maar dat komt niet echt over. Poedels met een surfer op de rug zijn wel overtuigend. Met de vrouw naast ons bespreken we ondertussen hoe die rampzalige man in het Witte Huis op kan sodemieteren. We zagen gisteren het debat van de democratische kandidaten in Nevada, Bloomsberg was een ramp. Klobuchar en Buttigieg zijn goed, dat vond de vrouw naast ons ook.



Onder de mensen die we spreken zijn Amerikaanse zeilers, die hier in Apalachicola kwamen en nooit meer weg zijn gegaan. Wij kunnen het ons voorstellen.


Maar wij steken morgen van wal en gaan de rivier op, richting New Orleans. Een man die we hier op de steiger spraken heeft een vriend gemaild en die heeft gezorgd voor een plaats in een marina daar.

Sanders wint dik in Nevada. 

dinsdag 18 februari 2020

Floridas Forgotten Coast



Van Dunedin naar Carabelle, een gemakkelijke oversteek. Gemiddeld 14 knopen wind schuin achter. Wel een koude nacht: twee hemden, een trui, een jas, een lange onderbroek en een dekentje over de benen. Om 15 uur varen we onder begeleiding van een groep dolfijnen langs Dog Island en gaan achter het eiland voor anker.

We hebben dus het rechterboven hoekje van de Golf van Mexico afgesneden, de Panhandle. Misschien doen we op de terugweg de 4 dorpjes in de bocht aan. Omdat de kust erg ondiep is moet je steeds 10 zeemijl naar buiten en dan weer naar binnen. 

De volgende dag ankeren op de rivier bij Carabelle. Vijf jachthavens, een hoofdstraat en twee zijstraten. Grootste bezienswaardigheid: het kleinste politiebureau ter wereld! Het is een telefooncel, als de enige politieagent met zijn auto naast de telefooncel staat en je belt het politiebureau, dan neemt hij op. 
We bezoeken het Tourist Office, de mevrouw vertelt over de twee straten en noemt alle zaken die er zijn gevestigd. Het blijkt dat de eigenaar van de C-Quarters Marina een Nederlander is. Moeten we beslist even langs gaan. De mevrouw  belt of ze thuis zijn: morgen middag pas. We zeggen toe langs te komen als we er nog zijn, maar het weer en het tij worden elke dag ongunstiger, grote kans dat we morgen vertrekken naar Apalachicola, 25 nMijl naar het Westen.


Van Carabelle naar Apalachicola. Volgende morgen is het mistig op de rivier. Het water staat nog erg laag: 1,2 m. Elke dag dat we hier blijven is het LW een uur later en morgen is er regen en onweer. Beter nu te vertrekken. Als we het anker ophallen, zien we dat het rode navigatielicht er los bij hangt. Beugeltje afdgebroken. Dure lamp, AquaSignal, afgelopen zomer in Rotterdam gekocht. Als ik aan het stuurwiel draai valt de elektrische stuurautomaat uit elkaar, de lager-kogeltjes rollen door de kuip. We vinden er 19 terug. Dan lopen we aan de grond. We zetten het voorzeil uit en laten de schroef draaien. Na een half uur komt er beweging.
Buiten wil de mist maar niet optrekken. We varen 5 ½ uur van boei tot boei met een zicht van 50 m door de smalle vaargeul. Gelukkig geen tegenliggers. We blijven wat langer bij Apalachicola liggen, we hebben nogal wat klussen te doen. Er is ook nog een lekkend raam, een niet sluitend deurtje, lekkende diesel en een blokje van de windautomaat dat de lijn kapot schavielt. En de hendel van de ankerlier is overboord gegaan....


Maar dat was nog niks, de grote ellende moest nog komen. De accu’s waren te snel leeg. We hadden al een keer gezien, dat de dynamo 15,4 V laadspanning gaf. Dat deed de accu’s even goed, maar na de tocht naar Apalachicola waren ze weer zo snel leeg. Tijdens de tocht in de dichte mist hadden we alle aandacht bij het varen, niet gezien dat de dynamo 5 ½ uur 15,4 V en volle laadstroom leverde. Beide gebruiksaccu’s waren opgezwollen, overladen en total loss. 


We liggen dus voor anker en ook de startaccu is leeg. We bellen TowBoatUS, de sleepboot service waar we lid van zijn. Een uur later sleept Robert ons naar de stadskade van Apalachicola. We vragen wat rond naar een monteur en we horen dat Eric de man is. Maar het telefoonnummer dat we krijgen is niet juist, een ander nummer staat op voicemail. In de Tourist Office maak ik een praatje met Carl de brandweer commandant, ik vertel over de accu’s en dat ik Eric niet kan bereiken. Hij pakt zijn telefoon en belt Eric....

Opgelucht gaan we naar de Oyster Brewery, in de winkel kochten we al hun Apalach IPA en die is goed. Het is een mooie brewery met de ketels midden in het pand. Er is ook een Double IPA met een breder bitter en meer alcohol. Achter de grote glazen zitten we buiten heerlijk in de middagzon en raken aan de praat met drie gepensioneerde echtparen. Als ze horen van onze reis zijn ze vol bewondering. Zoals Amerikanen dat kunnen: 100% bewondering, geen relativering. Later praten we over Amerika. Eén stel komt later nog bij de boot. Rommy geeft de vrouw een rondleiding, voor zover dat kan op 30 vierkante meter. 


Nu is het wachten op Eric. Het is trouwens geen slechte plaats om te stranden. Apalachicola is een diep-zuidelijk stadje met mooie oude panden, een oud theater, een fort, een courthouse, parkjes en een boardwalk waar wij nu aangemeerd liggen. Ik hoef maar buiten te gaan zitten en kan praatjes met voorbijgangers maken. Did you sail all the way from Holland? How long did it take? Wow, that is amazing.. Zo begint het meest.
En hier woonde John Gorrie, de uitvinder van de ijsmachine (1851). Hij was een dokter die gele koorts patienten wilde afkoelen. We zullen beslist het John Gorrie Museum bezoeken.

Eric komt pas maandag, dus we gaan lekker wandelen in het uitgebreide gridpatroon van 18 straten en 13 avenues met koloniale huizen. We stuiten op een Parade van het Afro American History Festival. Dure mercedesen met schoonheidskoninginnen op de motorkap, brandweerauto’s, gepanserde geldauto’s en groepen die flyeren voor de verkiezingen van de judge, de city clerk en andere verkiesbare functies. Voor de positie van Sherif is er een wagen van Carl Whaley. Hij komt op ons af en vraagt of Eric ons heeft kunnen helpen met de accu’s. Het is de Carl uit de Tourist Office, maar nu geschoren en gewassen. We zouden op hem hebben gestemd.
Inmiddels voorzien van strengen gekleurde kralen en veel snoep laten we de laatste wagen van de Parade passeren en lopen dan mee naar het festival terrein. Etensstalletjes, toespraken, gebed, volkslied (we wilden gaan staan, maar iedereen bleef zitten), een gedicht, dans en muziek. Veel standjes om voters te registreren. Een mevrouw legt ons uit hoe het allemaal werkt met het registreren. Heel ingewikkeld en belemmerend voor arme mensen. We zijn het roerend eens over wie er weg moet uit het Witte Huis.


We volgen de Democratische primaries. Onze favoriet is Klobuchar, maar Bloomberg zou het ook goed doen.

We beeindigen onze wandeling in de Taproom Bar met shrimps en bier van de Oyster Brewery. Daarna gaan we in de kuip zitten en beantwoorden weer de vragen van de voorbijgangers.

Eric komt maandag om 12 uur, we verwijderen de accu’s. Met een tijdelijke startaccu starten we de Yanmar en meten  17,2 Volt uit de aternator. Foute boel. Woensdag komt de accuman en de alternator gaat naar een man in Tahalassi. Die man was ons ook al door Carl aanbevolen.


Als we de volgende dag een wandeling maken en opzij stappen voor een gekleurde mevrouw op een fiets (ze fietsen hier op het voetpad of ze lopen op het fietspad) stopt de mevrouw en vraagt hoe het met de boot gaat. We hebben haar in de Parade gesproken, waar ze flyerde voor de Democraten. Ze zegt, dat we door moeten lopen naar het park, er is een kerkdienst met muziek en lekker eten. We zijn non-believers zegt Rommy. Geeft niet zegt ze, de muziek is goed en het eten is lekker. We gaan er toch maar niet heen.


De stoet voorbijgangers langs de boot is onafzienbaar, homo’s met grote gekapte poedels, toeristen uit heel de US, een ongeschoren type die een lierhendel voor we wil maken, mensen met een zeilboot op de Grote Meren, een piloot die alles over de apparatuur wil weten en de galeriehouder, die in Veldhoven bij ASML is geweest. We beginnen over de ban van Trump op ASML, hij wil die naam niet horen en nodigt ons uit voor een espresso uit de Italiaanse machine (Ranchillo) in zijn galerij.






zaterdag 8 februari 2020

Caladesi State Park




Caladesi Island State Park: 108 ligplaatsen en wij zijn de enige boot. De eerste dag niet, toen kwam de ferry en de kleine motorbootjes met mensen die naar het spierwitte strand aan de Mexicaanse Golf gaan. Hetzelfde soort bootjesmensen als in de Biesbosch, lawaai, radio’s, bier. Sommige bootjes met een Trump vlag (no more bullshit). Maar als de ferry de laatste keer vaart en de bootjes weg zijn, zijn we alleen met de Park Rangers. Er loopt een natuurpad (oppassen voor ratelslangen) door de palmbomen naar de zuidpunt. In de concession verkopen ze strandspullen, T-shirts, bier en hamburgers. 




Het zal heftig gaan waaien uit het Zuiden en we vonden het bij Dunedin te open. Door een ondiepe geul bereikten we Caladesi Island. En het is prachtig hier. Het liggeld is relatief goedkoop. We blijven hier een paar dagen.




Het gaat inderdaad loeihard waaien, zo hard dat de ferry 2 dagen niet vaart en ook de kleine bootjes wegblijven. We zijn alleen met de Park Rangers. Aardige lui overigens. Om 6.30 uur zie ik een groep dolfijnen veel drukte maken in de haven. Ze springen boven op elkaar en maken lawaai. De Rangers vertellen me later, dat ze de haven in komen om vis te vangen en dat ze dan samenwerken. Twee dolfijnen jagen de vissen de haven uit, de anderen wachten ze op bij de ingang.




Eerder waren we met een bus van Dunedin naar Clearwater Beach. Grote boulevards, brede stranden met lifeguards, hoge palmbomen, mooie ijssalons, grote winkels. Bijzonder, goed om eens te zien, maar niet onze smaak. Toen met de bus naar Tarpon Springs.Tot onze verassing: Grieks! Alles is Grieks. Het is een beetje Volendam, dagtourisme. Griekse sponsvissers, Griekse restaurants, Griekse straatnamen. De plaats met de meeste Griekse inwoners in Amerika. Toch zoeken we een Brewery en geen Griekse wijnbar. De zwarte man met een gitaar speelt op mijn verzoek No Woman No Cry, het is Bob Marleys geboortedag.





  

In de Brewery probeer ik 5 IPA’s, met hennep, met sinasappelschil, met mango, met peper en ga zo maar door. Conclusie: neem een Classic American IPA of misschien een citrus IPA. Triple IPA kwamen we ook tegen, veel grapefruit, maar het kan lekker zijn. Belgium White kan ook goed zijn. Altijd goed is een Kölsch. Ik vertel het maar voor het geval je ooit in een Amerikaanse brewery belandt.




Op zaterdag ga ik nog een keer naar het Internationale Center voor een tai chi klas. De insructeur geeft de allerlaatste veranderingen door. Bij AT&T probeert de Tech Support mijn Personal Hotspot aan de praat te krijgen, na 2 uur werkt het nog niet, dan verwisselen we de Sinkaarten van onze telefoons en de hotspot werkt. We hebben alleen elkaars nummer, maar er is niemand die ons hier belt. Proviand kopen bij de Publix en we zijn klaar voor een oversteek van 140 nMijl. Zondagmorgen vertrek, maandagmiddag aankomst in Carabel. Daar kunnen we de rivier op en verder binnen de kust tot New Orleans varen.





Dunedin is door een Schot gesticht en dat willen ze weten ook. Bij zonsondergang spelen doedelzakker op de pier Saving Grace. Een mooie afsluiting.


























































































































































































zaterdag 1 februari 2020

Gulfport en Dunedin




Be Safe in the Family staat er op het bord van twee Jehova-getuigen in het grote park aan de baai van Tampa. We lopen ons nog te verbazen over deze woorden als we Rommy! Gerard! horen roepen. We kennen één persoon in St Petes, Roberta (die met ons naar Customs ging) en die lopen we hier op zaterdagmorgen tegen het lijf. We maken kennis met haar man David en praten over deze mooie stad, over ons bezoek aan Custums and Border Patrol en wat we hier nog gezien moeten hebben.



We maken het rondje door het park af en stappen op de Loop Trolley. De chauffeur heeft er zin in en vertelt over alles wat we passeren, vooral over de restaurants. Bij de Saterday Morning Market naast het soccerstadion stappen we uit. Een markt met onbespoten organisch glutenvrij voedsel, handwerk en muziek. De bio-bloemkolen van $6 worden goed verkocht. Een pot zuurkool kost $10 en dat is gewoon wat gefermenteerde witte kool. Het is ons te duur, maar de omringende appartementen zijn allemaal boven de miljoen (vertelde de buschauffeur), dan koop je gewoon die bloemkolen en die zuurkool. Een vega-broodje lijkt ons ook niks.




Twee dagen later wordt de kou minder en varen we van Tampa Bay, waar de manatees zich verzameld hebben bij de uitlaat van de powerplant naar de westkant en ankeren bij het schattige stadje Gulfport. Het is een rustige kleurige badplaats met een danszaal, restaurants, een bibliotheek, een wandelpier, toeristenwinkeltjes, een strand met volleybalvelden en een mooie dinghysteiger. In een paviljoen bij het strand dansen bejaarden bij een accordionist met electronische drums. De bus naar downtown                St Petersburg gaat 3 keer per uur en laat je de witte en zwarte woonwijken zien.




We wandelen door het eindeloze grid van straten met vrijstaande huizen. De meeste huizen zijn simpel, maar we zien ook een paar leuke ontwerpen. Eén huis is in prairiestij. Terug bij de Mainstreet stuiten we op een markt. Zelfde recept: vega, handwerk enzo. Een Taise mevrouw heeft sambal oelek, sambal brandal, ketjap manis en vele soorten mie. We kopen een potje sambal. Bij WestMarine in de shopping mall kopen we later nieuwe blokken en lijnen voor de windstuurinrichting en een inverter van 12 naar 110 volt. De lijnen van de windpilot hebben veel te lijden van het constante heen en weer bewegen. De inverter is voor de Sailrite naaimachine.




Dan hebben we het wel gezien en motoren 15 nMijl noordwaarts naar het stadje Dunedin. De vijf basaculebruggen worden perfect geopend. Rommy dringt erop aan dat ik de brugwachters bedank na de doorvaart: Indian Rock Bridge, we are clear. Thank you for the opening. Alle Amerikaanse captains doen dat. Ze voegen er ook nog aan toe: we appreciate it. Dat gaat me te ver, ik hou niet van dat gelul over de radio. Hier zijn ze er gek op. Roger that, hoor je steeds, dat is luchtvaart radiotaal. En: tenfour, van de politie en CB radio, wat betekent: understood. Copy that zeggen ze dan ook wel. Ik niet. Ik zeg wel affirmative en say again, zoals ik dat op de Enkhuizer Zeevaartschool heb geleerd.




Dunedin is een kuststadje met een lange historie. Veel panden aan de hoofdstraat zijn historisch. Er zijn 7 brouwerijen, veel toeristenwinkeltjes, een klein kunstmuseum en een hele sjieke onbespoten grocery.




Dunedin heeft 2 tai chi locaties, ik ga naar beide. De klas op zaterdag is in het Internationele Centrum. Ze hebben een oud hotel gekocht, opgeknapt en verhuurd aan Marriot. De grote  tai chi zaal staat achter het hotel. Wat ik leer is, dat de taoistische tai chi verandert naar meer vloeiend, draaiend en meer vanuit de ruggegraat. Het voelt weldadig aan. Ik zal goed moeten oefenen om het aan te leren.




Rommy gaat naar de kapsalon Paris. En dan is er weer zo’n zelfde markt in het park. We lopen de markt over en gaan naar een gebouw waar kunstenaars open ateliers hebben. We zien mooie dingen en hebben gesprekken met de artiesten. En er is het Penny Lane Beatles Museum, een kamer vol met Beatles parafernalia: poppetjes, T-shirts, contracten, handtekeningen, platen, posters. Foto’s van de Cavern en Hamburg tot kaartjes voor het laatste concert.




Zondag is er een ukelele festival in het park, lessen, concerten, jamsessies. Rommy heeft een ukelele, dus daar willen we heen.

Donderdag gaat het een dag erg hard waaien, dan willen we verkassen naar de steigers in het natuurpark aan de overkant van deze baai. Daarna gaan we hier weer liggen en wachten een gunstige wind af om de hoek (Panhandle) over te steken. Dat is het plan, maar het loopt vaak anders.