vrijdag 30 juni 2017

Charleston


Zo moet Holland er uit hebben gezien voor de inpolderingen. Maar dan zonder albatrossen, dolfijnen, krokodillen en palmen. We varen 30 mijl door de Low Country. Rivieren, kreken, riet, bomen en in de verte hoger gelegen stukken met huizen en wegen. Af en toe passeert een motorbootje, dan zijn we weer een uur alleen. De vaargeul is duidelijk aangegeven, rode driehoeken aan stuurboord en groene vierkanten aan bakboord. Tussen de rivierarmen is soms een short cut gegraven, zodat je niet de zeemonding op hoeft te varen. Om 17 uur ankeren we in een kreek. Nergens een boot te zien. Nergens een huis, alleen maar water en riet.


Om 9 uur gingen we door de Lady Island brug. De brug waar Forrest Gump over liep, toen hij Amerika op en neer rende. Zogenaamd over de Mississipi. Het huis waar zijn moeder een pension had staat 10 mijl buiten Beaufort. We varen langs Buba’s huis, maar de oever is te ver weg om het goed te zien. Een mevrouw in Beaufort had een multomap met foto’s uit films, die in de Low Country zijn opgenomen.

De huizen zijn prachtig. Bij Daytona zag je nog wel veel miljonairs-kitch, maar hier is alles in dezelfde koloniale stijl: op palen, grote verranda’s, balkons voorlangs en de schuine daken zijn vrij plat, zodat het dak ver kan uit steken. In pastelgroen, lichtblauw, wit of roze. Voor elk huis een botenlift met een vierkant huisje op palen, honderd meter het water in, bereikbaar over een plankier op palen. Vaak hangt de Amerikaanse vlag uit en staat er een schommelstoel op de verranda. Aan de waterkant gekleurde adirondacks. Ik dacht, dat die in Main thuis hoorden, maar hier staan ze bij elk huis.

Bij het tanken in de haven van Beaufort zijn er kakkerlakken aan boord gekomen. Vliegende Amerikaanse kakkerlakken (er zijn 4690 soorten kakkerlakken). Ze zijn inmiddels allemaal gearresteerd en terechtgesteld....


Charleston is volgens de Huttington Post de mooiste stad van Amerika. En volgens Skipper Bob, onze gids op de ICW, heeft het de allerslechtste ankerplek. Een Amerikaans schip is nu al een uur bezig met ankeren. Onze Kobra pakte meteen. Iemand zei, dat je de eerste 12 uur aan boord moet blijven om zeker te weten, dat het anker diep in de zachte modder ligt. Dat ziet er inmiddels wel naar uit, dus morgen steken we de rivier over naar de stad.

De volgende dag regent het, zijn we niet meer gewend. Voor de hele week zijn scattered thunderstorms voorspeld.

De stad is heel mooi. Grote huizen met verranda's, bloeiende bomen. We gaan naar het kunstmuseum. Een goede collectie met voor ons onbekende schilders. Behalve één Hopper en twee kerkinterieurs van Smets.

Gezien het regenachtige weer en de zuidelijke wind, besluiten we echter de volgende dag door te varen. Op de terugweg zullen we wat langer in Charleston blijven.

dinsdag 27 juni 2017

Beaufort (bievert)


Op kanaal 09 vragen we de Bridge of Lions om een opening om 07 uur. Als we om 5 voor 7 komen aanvaren, opent de brugwachter de brug. De Nederlandse brug- en sluiswachters zouden stage moeten lopen in de US. De brugwachters hier zijn vriendelijk, geven duidelijke informatie en spreken je aan met Captain. Elke keer kunnen we zonder vaart te minderen doorvaren. In Nederland zijn de brugwachters onvriendelijk en kleinerend. “Wat denk u, wat een rood licht betekent?” De jachtjes zijn beneden hun waardigheid. Met beroepsschippers spreken ze de niets-aan-de-hand schipperstaal. De jachtjesmensen kennen de niets-aan-de-hand schipperstaal niet, ze zijn soms nerveus en zeggen “over” door de marifoon. Maar een reisje naar Amerika gun ik de brugwachters ook weer niet. Zo lang we hier zijn, maar genieten van de vriendelijkheid. Straks weer van Veere naar Vlissingen bij elke brug 20 minuten wachten en geen antwoord krijgen op de marifoon.


We gaan de zee op. Van St Augustine naar Charleston, 130 nMijl, 36 uur varen. De kust loopt in een bocht, wij snijden de hoek af. In de avond nog een paar uur windkracht 6 bakstags, dan neemt het af, wordt Oost en later zelfs Noord. Maar dan zijn we al in Charleston. Zo is het voorspeld, zo is het gepland. We zullen zien, wat de reis ons brengt.
Er zijn voortdurend dolfijnen te zien. Een groepje grijsgestippelde dolfijnen zwemt een tijdje met ons mee.

De mensen op de H-steiger in Daytona Beach vonden ons hele goede zeilers, maar lousy vissers. Met waardeloos kunstaas: Weggooien, die rotsooi! We kregen een pluim kunstaas (feather) cadeau. En vanmiddag vangen we er een hele dikke tonijn mee. Hij gaf zich niet snel gewonnen. Toen de hengel even in de houder stond, brak het houten onderstuk. Een dolfijn zwemt naast de tonijn en bekijkt het gebeuren. De nieuwe visknuppel doet het goed. Het fileermes is geslepen. Nu ligt er een kilo tonijn in de koeling. Lekker.
Ik lees nu Seneca: Leren sterven. Is niet gemakkelijk, leren sterven bedoel ik. “Doe je niet aan filosofie, dan ligt je geest er verdord bij”.” Leven onder dwang, daartoe is niemand gedwongen”.” Het heerlijkste is de leeftijd waar de zaak al bergafwaarts gaat, maar nog niet omlaag stort”. Zomaar een paar citaten. De laatste sprak me erg aan...


We eten stukken tonijn met eigengemaakte aardappelsalade. Boven het land ligt een zwarte wolkenstrook. De wind komt van zee, dus dat zwarte komt niet onze kant op. Denken we. Dan draait de wind en komt het zwarte dichterbij. Wij varen er voor langs. Een uur lang weten we uit de onweersbuien te blijven, maar dan zitten we er midden in. We strijken de zeilen. Bliksems aan alle kanten. Door de regen zie je niks, ik blijf in de hoge golven 30 graden op het kompas varen. Volgens het computerscherm varen twee vrachtschepen op 1 mijl voor ons langs. Niet te zien. Het is weer gezellig. Langzaam neemt de wind af en trekt het onweer naar het zuisoosten. De hele nacht blijft het daar weerlichten.
We hebben door de onweersbui vertraging opgelopen. Derhalve besluiten we naar Beaufort (spreek uit: Bievert) te gaan, dat ligt 20 mijl dichterbij. Moet een mooi historisch stadje  zijn. Forest Gump is daar opgefilmd.

De geul naar Beaufort heeft stroom tegen. We halen Beaufort niet, we gaan ankeren in een kreek. De Cowes Creek. De oevers zijn groen, op het land bossen met grote mansions ertussen. Het lijkt wel Denemarken. Een groepje dolfijnen zwemt naar binnen. Later weer naar buiten, nu het hier zo stil is hoor je hoeveel lawaai zo’n dolfijn maakt. Dat is wat de reis ons brengt.
 
Het is even zoeken en telefoneren, maar hebben we de Custom and Border Control aan de lijn. De officer noteert ons voor Beaufort en geeft het nummer, dat we moeten bellen als we in Charleston zijn.  In principe moeten we ons in elke nieuwe haven melden. 
De volgende dag vroeg naar Beaufort. We wandelen door de oude straatjes, bezoeken het museum, hebben twee gesprekken over Europa-vergeleken-met-de-USA. Dan lopen we over de brug naar een supermarkt, drie kwartier langs de autoweg. Als hebben afgerekend en met de volle kar naar buiten willen, spreekt een mevrouw ons aan. Of ze ons naar de jachthaven kan brengen. Ze had ons langs de weg zien lopen. We doen in onze boodschappentasjes een knoop, zodat we ze van de hare kunnen onderscheiden. Ze komt uit Zuid Afrika, we spreken even Afrikaans/Nederlands. Ze zet ons af, we laden uit en we krijgen een hug.


’s Avonds eten we op een terras aan de waterkant. We praten met David Rosenblum. Hij is New Yorker, woont nu hier. Hij geeft ons tips over New York, havens, restaurants. Hij bezweert ons om hem te bellen als we hulp of raad nodig hebben. En om op de terugweg bij hen langs te komen. 


Als je verteld, dat uit Nederland bent komen zeilen, is iedereen diep onder de indruk en willen ze alles voor je doen. Dat blijven we dus maar vertellen. Maar als ze beginnen van: dat had ook zo graag willen doen, dan zeggen we: je kunt het doen, wij zijn heel gewone mensen, niet rijk, niet moedig. Je kunt zoiets ook doen, maar wel in dit leven..

zaterdag 24 juni 2017

St Augustine


Weer eens gedouched. In de jachthaven van Daytona Beach. Ik stapte per ongeluk op het badmatje. Voordat ik terug was bij de boot had ik al accute voetschimmel. Wijnand zegt, dat zoiets helemaal niet kan. Zo zie je maar weer, dat dokters er soms behoorlijk naast kunnen zitten. Gelukkig wordt hij oogarts en geen voetarts. Drie dagen smeren met miconazol brengt het weer onder controle.


St Augustine is door de Spanjaarden in 1565 gesticht. Het heeft een fort en veel oude huizen. Het oudste schooltje, de oudste bakkerij, toeristisch en mooi. In de negentiende eeuw heeft Flagler, een miljonair uit New York grote hotels laten bouwen in Moorse stijl. Ook mooi. We blijven drie nachten liggen aan een ton bij de brug. Twintig dollar per nacht met gebruik van de douches. Ik ga de badslippers zoeken.
Omdat de uber (oeber zeggen ze hier) niet kwam opdagen, liepen we naar de Marine Exchange. Een grote volle tweedehands bootonderdelen winkel. Ik had er wel uren kunnen rondneuzen. We kochten sumbrella-doek om een uv-bescherming op de dinghy te maken. Oh, en een kleine Penn Senator reel. Voor op de nieuwe hengel, die ik voor mijn verjaardag kreeg. Daarna liepen we, langs de autowegen, door de hitte, naar de West Marine voor nog meer bootspullen (lures, ventilator) en de Win Dixie, de grote supermarkt. Voor terug riepen we weer een uber auto op. Dat ging perfect. Een Jeep, my favourite car. Of we airco in de boot hadden, vroeg de chaufeur.
We blijven nog een dag langer in St Augustine, er is zoveel te zien en er is het beer-and-hamburger festival.

Op de radio veel lokale stations. Soms ongeneeerd voor Trump: populistisch telegraafachtig gebral. Maar ook lekkere popmuziek, jazz en blues. In de krant elke morgen een lijst van iedereen die in de cel is gegooid: naam, adres en misdrijf. Met reclame van een bail-advocaat. Nu in het nieuws: iemand, die onterecht gevangen heeft gezeten krijgt schadevergoeding. Behalve als je al eens eerder heb gezeten....

Tegenover het Ierse cafe waar we wat drinken staan ze te demonstreren tegen de paardenkoetsjes. 

Ze zijn de boot aan de mooring naast ons aan het repareren. De hele avond en de halve nacht een lawaaierige generator. We zijn er vanmorgen langs gegaan. Hij is erg sorry, zal het niet meer doen en belooft bier te brengen. We wachten het af.

We eten de All American Hamburger: angus beef, pulled pork, gefrituurde uienringen en bacon. Met een koude Budweiser. Helemaal perfect. Onderweg terug even naar binnen bij Dolce Cafe voor een dubbele espresso. We zien nu paardenkoetsjes. Aan boord alles opgeruimd, de dinghy op het dek. Morgen richting Charleston.
Hij heeft geen bier gebracht.

dinsdag 20 juni 2017

Happy Birthday in Daytona Beach


New Smyrna Beach. Het is een gratis steiger van de gemeente. In een bocht van de rivier, bij een parkje. Ik zit in de kuip met het kopje thee, dat Rommy altijd maakt na het afwassen en praat met voorbijgangers. Oude mensen, die hun hond uitlaten. Een oude man van 87 vertelt, dat ze na de oorlog toeslag kregen voor het gevaar van zeemijnen als ze op Rotterdam voeren. We praten over zuid Frankrijk, waar zijn dochter woont en over euthenasie. Mensen vragen van welk land onze vlag is. We hebben het over de lange treinen, die achter de stad langs naar het zuiden gaan. ’s Nachts hoor je het fluiten van de locomotieven. Dat brengt ons dan op John Steinbeck, Travels with Charlie. Er komt nog een boot aan de steiger liggen. Een Australier met een Japanse, de boot heet Blind Faith. Ik help met het aanleggen en dan moeten we het hebben we het over Eric, Stevie en Ginger. Over de Cream en Jimi. Toen de muziek nog exciting was. En Jack Bruce...


De hoofdstraat van New Smyrna Beach is historisch. Mooie winkelpanden en grote cafés. De supermarkt ligt buiten de stad. Lopen langs de autowegen, dat is in de broeierige hitte niet plezierig. Nu ik dit schrijf is het 7 uur in de ochtend en het is al 28.8 graden. Windstil. Ik ging op de computer om te kijken of er felicitaties voor mijn 70 ste verjaardag waren. Niks. Nou Rommy heeft de boot wel mooi versierd met vlaggetjes en Happy Birthday. En ik heb een hengel en een knuppeltje om vissen dood te slaan (fish wacker) gekregen. Ik was er bij in de visserswinkel. En een tank, geen olietank, maar en hemd met dwarsstreepjes. Uit de hardware store, daar was ik ook bij.


Amerika is een land van veel. Je passeert honderden villa’s met bootsteigers en je denkt, ze verpesten de natuur. En dan om de hoek 10 mijl wildernis met albatrossen, dolfijnen en zeekoeien. Er is van alles veel. The Land of Plenty. Ook plenty armen, die voedselbonnen krijgen.


Rond het middaguur arriveren we in Daytona Beach. Voor één nacht nemen we een berth in de gemeentelijke jachthaven. Omdat ik jarig ben. Een taxi naar het vliegveld, langs de Indy500 baan, naar de douane. De ingang van het douanegebouw wordt geschilderd, we moeten kloppen aan een zijdeur. Na 10 minuten komt officer Valez naar buiten. Hij vraagt naar onze Cruising License. Buiten in de zon schrijft hij het nummer van de license op en dat was het. Geen paspoorten? Geen bootdocumenten? No, you are cleared now. Taxi terug. Weer 20 dollar.

Bij de Surplus Marine Store halen we ons hart op. Boordevol spullen. Alles hebben ze. Ik koop een stekker voor de Amerikaanse walstroom. Rommy koopt kunstvissen, wartels en staaldraad. We gaan te voet verder. Door het historische gedeelte. Art Deco gebouwen met secondhand stores en restaurants. Ik krijg nog een Hawaii shirt voor mijn verjaardag. Ik hou van Hawaii shirts. Nog wat pils en cola in de 7-11 store. Ik geef 2 Budweisers aan een echtpaar op een bankje aan de waterkant. Op het bankje ernaast ontvang ik de telefonische felicitaties van de meisjes en van Door en Bert - onze vrienden. 
Vanavond eten in het historic district. Hopelijk treffen we een goed restaurant.



En dan staan er 4 lui op de steiger met cocktails. Ze herkennen ons van Marsh Harbour.  Ze geven ons ijs voor onze Gin Tonics, later brengen ze nog een fles gin en een zak ijs. Blaire heeft 3 weken in Wijk aan Zee gezeten voor een junior basketball toernooi. Bill inspecteert onze kunstvissen: weggooien en feathers kopen, later brengt hij er 1  als verjaardagscadeau. En ze bevelen ons het Irish restaurant McK aan. We eten daar heerlijke Mahoe en een Sheppards Pie.



Een onverwacht einde van mijn verjaardag.

zondag 18 juni 2017

Amerika


De hoge raketsilo’s zijn een goede landmark om op af te koersen. Cape Canaveral wordt echter overheerst door grote cruiseschepen. We tanken rode diesel (welcome to America, zegt de tankbediende). We nemen een brug, een grote sluis, een kanaal door de swamps, nog twee bruggen (let me guess, you want an opening to the West, zegt de brugwachter) en we varen op de ICW, de Intra Coastal Waterway. De brede Indian River met een bebakende geul van 2 m diep. We hadden ook op zee kunnen blijven, maar we wilden de ICW leren kennen. In het najaar zullen we hem vaker nemen.

Veel gebeld naar Border Control, Customs en het Small Vessel Reporting System, maar op zondag schiet dat dus niet op. We liggen nu voor anker bij Titusville en niemand weet officieel van onze aanwezigheid. We hadden wel 10 terroristen binnen kunnen smokkelen. Vannacht in de bijboot naar de kant brengen en morgen boem.

Het Bahama vlaggetje is versleten. Vanaf Marsh Harbour deden we nog 3 tochten . Naar Green Turtle Cay, Pensicola Cay en Sale Cay. We passeerden Dont Rock, een rots met een geweldige naam. De tweede dag alleen maar regen. De nachtelijke oversteek naar Cape Canaveral ging als een trein, geen wind, met wat bijmoteren (om de schijnbare wind half te hebben) 5 knopen door het water. Maar dan: 3 knopen Golfstroom. Je wordt naar het Noorden gelanceerd.

De oceaan is prachtig. Vliegende vissen en dolfijnen die een stuk met je mee zwemmen. Een grote regenbui voor de opkomende zon. En veel witte visboten die voor het weekend naar de overkant scheuren.

Wij vingen slepend: Een geelvin tonijn, maar die sprong van de haak. Een barracuda, maar die eten we niet meer. En dan heeft Rommy haar eigen vislijn met een elastiek achter de boot hangen. Als ik beet heb komen de lijnen in elkaar, dat kostte me mijn laatste kunstaas. Klaag, klaag. Dus we vingen helemaal niks. We aten op zee paella van vis uit blik, smaakte naar niks. We verheugen ons op lekker Amerikaans eten en op een Amerikaanse supermarkt met normale prijzen.
Voor mijn verjaardag kreeg ik een nieuwe vishengel. Nu nog nieuwe kunstvissen.

Rommy volgt de NOAA hurricane waarschuwingen. Er zijn nu 2 tropische stormen (bijna hurricane). Eén bij Tobago en één bij Curacoa. We waren eerst van plan daar de zomer door te brengen...







woensdag 14 juni 2017

Vertrek uit Abaco



De pomp zou er deze vrijdag zijn. Niet dus. We lopen nog eens naar de Boat Yard om persoonlijk van ze te horen hoe het er voor staat. Er liggen paketten bij de Douane. De baas gaat maandag bellen om te weten te komen of onze pomp er bij zit. Wat kunnen we verder doen? De oude pomp verder repareren, de nieuwe afzeggen, de aanbetaling terug vragen en in Amerika een nieuwe pomp kopen.
We willen van de boatyard terug via het voetpad, maar de weg daarheen staat blank door de heftige buien. We vragen twee mannen in een 4WD ons door het water te brengen. Maar de weg houdt daar op, zeggen ze. Nee, er is een voetpad. Zoals eerder gezegd, men loopt hier niet. De helft van de mensen heeft zwaar overgewicht.

Vorige week zagen we op het pad, tussen alle aangespoelde rotzooi een teakhouten plankje. Een ladefront met een rond gat. Dat willen terugvinden en meenemen. Het is windstil en de muggen zijn vol in de aanval. Onder de bulten, maar met het plankje komen we thuis. 
Nu hebben we een masker van Abaco. Het ronde gat zag ik als mond. Met een stanleymes er een masker van gemaakt.

Meer dan een week onweert het elke nacht. De zonnetent scheurde kapot, we hebben hem er tijdens de bui afgehaald. De regen striemde ons doornat. Inmiddels is de tent door Rommy herstelt op de naaimachine. De stationair sproeier van de buitenboordmotor was verstopt. We konden alleen hard varen, bij gas minderen sloeg de motor af. Nou heb ik van Pieter geleerd, hoe je een carburateur reinigt. En hij loopt weer als een zonnetje. En de dieselmotor liep wel met de half gerepareerde pomp, maar er kwam geen laadstroom van de alternator. Draad verniewd, zekeringhouder vervangen. Hij laadt weer.
Op maandag is er bericht, dat de pomp bij de douane ligt. Zou het dan lukken en kunnen we over enkele dagen vertrekken? Toch ook nieuwe kogellagers in de oude pomp laten zetten.


Op dinsdagochtend heeft de douane naar de boatyard gebeld: ze kunnen de pomp halen. Of ik om 14 uur nog even wil bellen. Om twee uur weten ze niet dat de pomp gehaald kan worden. Om drie uur weten ze het wel. Om vier uur is de pomp gearriveerd. Morgen om half negen haal ik hem. Probleem was waarschijnlijk, dat het in Europa gebouwde Yanmar motor is. Daar zit een andere waterpomp op, dan de Yanmars in de USA. Verschil blijkt uit het serienummer, gelukkig wist ik dat, anders hadden we de verkeerde pomp gekregen.
’s Avonds gaan we met 5 Amerikaanse vrienden piza eten. James en Laura gaan morgen terug naar huis (West Palm Beach), hun motor loopt niet goed en hier is repareren te duur. Ik zit naast Bob, hij is kunstenaar en ik fotografeerde zijn versierde huis vorige week. Als we niet weggingen hadden we zijn werk en zijn schilderijenverzameling mogen bekijken. 


De nieuwe pomp zit erop. We hebben de propaanfles gevuld, de watertank gevuld, boodschappen gedaan. Eindelijk gaan we weer varen. Eerst nog wat eilandjes hoppen, dan de golfstroom in en met een rotvaart naar het Noorden. Achteraf was het ook wel goed om met al die buien hier te liggen, bij de kust hadden we anders erg zwaar weer gehad. Nu blijft het een week rustig.
Drie weken hebben we stil gelegen. We zijn zenuwachtig en opgelucht. We gaan.

dinsdag 6 juni 2017

Abaco III


Samen met James heb ik de oude koelwaterpomp uit elkaar gehaald. De boatyard had er een nieuwe water seal in gedaan, maar de kogellagers waren verroest en zaten muurvast. Er is hier een werkplaats die nieuwe lagers  kan monteren. Dat moet dan tot dinsdag wachten, door de feestdagen. Om 7 uur in de morgen maak ik de lagers met WD40 weer gangbaar, zet de pomp weer in elkaar en op de motor. Om 11 uur draait de motor weer, hij lekt niet en de accu’s worden geladen. En mochten we in een onweersbui van het anker gaan, dan kunnen gewoon met behulp van de motor opnieuw ankeren.


Vaak is er ‘s avonds een onweersbui. De meeste trekken langs ons heen, één keer was het raak: winstoten van 30 knopen en zware regen. De ramen lieten toen wat water door, vandaar dat we die opnieuw gekit hebben. Als het in de radio druppelt, is die naar de kloten. Sorry, dames van de bridge...

Het is bewolkt, tijd voor een fikse wandeling. We gaan langs de goederenhaven en komen in een buurt met negotie: liquorstores, groceries, restaurants, gokhallen en beautyparlors. Aan de grote weg terug naar de haven zien we het andere Marsh Harbour. In de struiken staan houten huisjes omgeven met autowrakken en huisvuil. Hier wonen de arme mensen. Wat we tot nu toe zagen waren de plekken waar geld verdiend wordt aan de Amerikanen (en 2 Nederlanders) en waar de villa’s staan. Een oude man wenst ons in deftig Engels a pleasant stay on Abaco. De passerende auto’s rijden de vouwen uit de broek als we langs de kant van de weg teruglopen.


Dan begint het te regenen op een Nederlandse manier, gestaag en af en toe heftig. Het regent de hele dag door. Wat kan je doen? Lezen, een potje scrabbelen, een film kijken en een crytogram doen. Of achter de pc gaan zitten en schrijven dat het de hele dag regent.


We hadden zakken ijs in de koelbox gezet om op stroom te besparen. Daarna deed de koelbox het niet meer. Spring ik naar de conclusie, dat het daardoor komt, door het ijs. Maar nee, het is de draad van het schakelbord naar de koelbox. Je meet 12 V bij de aansluiting aan de koelbox, maar als je de koelbox verbindt zakt de spanning naar 3 V. Moet een hele grote weerstand in de draad, de schakelaar, de klemmen of de zekering zitten. Het is de draad. Hij was bijna gebroken, een paar koperdraadjes gaven nog net de spanning door, maar niet de stroom. Dikkere draad getrokken: achter de zijwand, achter het plafond, door de luidsprekerkast, door de boekenkast. Alles doet het weer.

Vandaag, dinsdag gebeld of de waterpomp al was aangekomen. No, I expect this week. We liggen hier al 2 ½ week op dezelfde plek. Het duurt erg lang. Af en toe kijken we we naar het weer voor de komende dagen en maken plannen. Maar we moeten op die pomp wachten. Het had erger gekund, de baai is super beschermd, de supermarkt is groot, je kunt alles krijgen, je kunt zwemmen en snorkelen bij de Mermaid Reef, we hebben films en boeken. Maar we willen varen, we willen oversteken, we willen wat nieuws. Maar we hebben niks te willen, we moeten ons er bij neerleggen, dat niet wij de reis maken, maar dat de reis ons maakt.


Als er weer wat gaat gebeuren, schrijf ik het volgende blog.

Anna Kerinina verscheen eerst als feuilleton in de krant. Tolstoi komt op een dag opgewonden de herensocieteit binnen gerend: Wat er nu is gebeurd, ze heeft zich voor de trein geworpen! Het boek schrijft zichzelf. Daar moest ik aan denken bij de reis maakt ons.

donderdag 1 juni 2017

Abaco II


De meeste restaurants en bars staan met palen boven het water. We leggen aan bij Snappas 100 m verderop. Achter de bar hangt een groot tv-scherm met een Amerikaanse nieuwszender. Ze zetten voor ons de UEFA-cup- finale op. Net als in films en series, zitten we met een flesje bier schuin omhoog te kijken op een barkruk en zien dat Ajax een klasse minder is dan Manchester. Helemaal niks in Amsterdam dus, dit jaar.


Het is bij jullie nu ook rond de 30 graden. Weet je ook eens wat dat is. Ik kijk op de thermometer boven mijn hoofd: 31,3 Celcius. Vannacht ben ik buiten gaan slapen, er kwam geen zuchtje wind door de boot. Buiten was het heerlijk, een zuchtje is genoeg. Niet voor de windgenerator, dus laadt dan niet en de motor kan ook niet even aan (koelwaterpomp is er af). Baart zorgen.

Gister kwam Temple langs en gaf  ons de leuke Amerikaanse kustplaatsen door. Temple heeft lang haar en armen en benen vol tatoos. Hij praat plat Amerikaans (South Carolina). Zijn vrouw lijkt op Janis Joplin en werkt onderweg als verpleegster. Ze varen een oude catamaran vol met surfboards. Morgen vertrekken ze richting St Johns. Hopelijk halen ze het nog voor de hurricanes.


Vanmorgen bezoek gehad van James en Laura. James is 75 en verdiende zijn fortuin met een duikschool voor rolstoelers. Met een kraan lieten ze ze in het water zakken. Het fortuin is hij weer kwijtgeraakt, ze varen nu met een heel klein motorbootje. Hij zit onder de littekens van een haaienaanval. Hij liet de ziekenhuis-foto’s zien, het leek wel de EHBO les op de zeevaartschool. Bloeduitstortingen en hechtingen op elk lichaamsdeel. Ze duiken en snorkelen nog steeds en ze gaan ons meenemen naar een hele mooie stek om de hoek. Ze praten snel en sommige woorden kennen we niet. Ook hebben ze het over televisieshows waar we nog nooit van gehoord hebben. Maar het zijn lieve mensen.

Om nog meer in de stemming te komen lees ik ondertussen het boek van Geert Mak waarin hij de reis van Steinbeck in 1960 door Amerika opnieuw doet.


We zijn de volgende dag zelf naar het Mermaid Reef om de hoek gevaren. Als je je kop onder water steekt, schrik je. Vissen in alle kleuren komen op je af. De meeste mensen voeren ze, dus ze verwachten voer. Je ontdekt steeds weer andere vissen, lichtblauwe, met zebrastrepen, grote witte, gele. Het is eigenlijk een aquarium, een aquarium zonder glas. Nog nooit zoveel vissen tegelijk gezien. Gaan we nog een keer doen en dan doe ik mijn rode wetsuit aan om beter te blijven drijven. En om minder op te vallen tussen de vissen.


Er lag een gebroken stokbrood bij de supermarkt met een sticker: For quick sale $ 1,99. (een Europees brood, zonder zuiker, kost hier 6 dollar). Dus zondagochtendontbijt buiten met stokbrood, sap  en een eitje. Klusje voor vandaag (elk dag een klusje, zegt Rommy) is het aanzetten van de computer. Dat wil zeggen, soms gaat hij niet aan. Soms wel en ik snap niet wanneer wel en wanneer niet. Eerst de aansluitkabel vernieuwen, dan testen. Je kan er niet mee terug en je vindt ook niet zo maar het goede mannetje. Je bent meer selfsupporting zal ik maar zeggen.

Was een nuttige weekend: opstartprobleem opgelost (te ingewikkeld om uit te leggen), drie ramen opnieuw gekit. Vanmorgen de was gedaan bij Classic Coin Laundry. Er zijn nog een paar klussen, maar we hebben de tijd tot vrijdag (het duurt iets langer) en het is nu maandag. Ook het leeglopen van de accu’s hebben we kunnen beperken door een zak ijsklontjes in de koelbox te leggen. Behalve als de computer aanstaat, zoals nu en als we True Detective kijken verbruiken we. Verder is het verbruik nul en leveren de panelen overdag 4 amps.


Nou blijkt vrijdag een feestdag te zijn en maandag ook. Dus komt de pomp vrijdag wel aan op het vliegveld, maar de boatyard is dicht. Nog vier dagen langer wachten?! We lopen de trail over de heuvel en door een uitgehakte kloof naar de andere kant van het eiland, dan een mijl over de rotsen en over een ander pad naar de boatyard. We bespreken de kwestie met Tracy van de boatyard. Ze kijken of er iets valt te doen. We staan door het persoonlijke contact in ieder geval weer op hun netvlies. Per Express versturen? Kost bijna $ 500. Dan maar 4 dagen wachten.

We hebben dvd’s gekocht bij de Asian Market. John Cash verkoopt daar van alles. Zijn vrouw is Thaise, de koelkast staat vol met Thai Food om mee te nemen. Hij schildert en maakt boten in flessen. Zij maakt glinsterende handtassen. Het winkeltje staat er vol met flessen, tassen en schilderijen. En hij kopiëert films, we hebben een gesprek over films, over dé film, over Cassablanca. We nemen drie films voor $12. Later mogen we kiezen uit de collectie van James en Laura. Zij wonen dichtbij het buitenhuis van de president en James vertelt hoe de president het terrein naast zijn buitenhuis verwierf om er zijn golfbaan aan te leggen. Hij dreigde de gemeente met onbetaalbare rechtzaken. Betaalde niks en vervuilde daarna het grondwater.


De enigen die hier lopen zijn kinderen, dronkaards en zeilers. Bij de supermarkt zien we twee mannen met een boodschappenkarretje. Zeilers dus. We maken een praatje. Halverwege het gesprek zegt de ene man: we kunnen ook Nederlands praten. Het zijn Zuid Afrikanen. Langs Brazilië hier naar toe gevaren. We nodigen ze uit om langs te komen. Gaat de tijd ook wat sneller, we liggen hier al 2 weken.


Vanavond eten we een kingsize hamburger voor $ 7 bij het paars-roze-lila restaurantje van 2 dikke dames in de Main Street.