donderdag 27 juli 2017

2 weken Beaufort North Carolina


Op het pleintje naast de kerk zit een man op een bankje, met naast hem een stapel gekleurde hoolahoops. Are you an hoolahoop artist? vraag ik hem. Nee, die zijn voor de kinderen, die hebben een dag van de kerk met een diner. Dat is een Baptisten kerk, zeg ik. Yes, I am from Maine, zegt de man ter verklaring. I am from Holland, zeg ik. Ja, dat hoorde ik, van het accent, zegt hij. Oh, you have been in Holland? No. My sister has…..

Op weg naar de Piggly Wiggle (the Pig), de supermarkt, zien we een man met een grijpertje de rommel van de straat halen. Doen de bewoners om de beurt, vertelt hij. Of wij van de Nederlandse boot zijn, vraagt hij daarna out of the blue. Hij is één van de dockmasters van de CityMarina. Op de terugweg moeten we naar zijn huis komen, dan brengt hij ons terug naar de haven….

Naast de steiger van de familie van Marie Claire  is een openbare steiger en aan de volgende steiger ligt een houten schoener. Een klassieke boot met rechte spiegels, de Amerikaanse versie van de Engelse Thames barges. We worden uitgenodigd de boot te bezichtigen. Dayton en Ingrid varen al 20  jaar op de Intra Coastal en willen ons graag met de kaart erbij de mooie plekken vertellen. Waar te ankeren en welke inlet te nemen, waar het gevaarlijk kan stromen.  Maar ons eerste gesprek gaat over (natuurlijk) Trump, marathon lopen, toneel, wapenbezit en (uiteraard) zeilboten.

Ze vertellen lelijke dingen over Trump: hij heeft tot nu toe 4700 rechtzaken aangespannen. Hij zet zijn zin altijd door met veel juridisch geweld. De New York Times meldt, dat hij de laatste 3 maanden $700.000 aan advocaten heeft besteed.
Heeft iedereen het lovende artikel in de NYT over Rotterdam en het water gelezen? Staat nog op hun site. 
De volgende dag noemt Dayton ons elke ankerplek, elk mooi stadje, elke gevaarlijke plek. Hij is lyrisch over Baltimore. Hij geeft namen van boatyards (hij had zelf 30 jaar een boatyard  bij Baltimore), namen van mensen. It is a fishrestaurant, put your dinghy there, tell them you know me, they are so nice… If you have a problem, call me, I know every boatyard and every marine store… Hij is 82 en vindt mij een jonkie.
Dit is verreweg de beste informatie, die we ooit onderweg hebben gekregen. Acht bladzijden aantekeningen.

Hamish neemt ons mee naar het fort Macon aan de zee. Het is een vijfhoekige wal met kanonnen, men heeft veel moeite genomen met de tentoonstelling van de historie en de natuur rondom. De Confederatie moest zich na 560 treffers overgeven. In het weekend was er een enactment, 6000 mensen zijn komen kijken. Wij horen om 16 uur het kanon. We borrelen en dineren bij Hamish en Dorothy. Hij is Schot, slechts 5 jaar hier. Zij is van een heel oude aristocratische familie. Het was een genoeglijke avond. In het donker vinden we de Annalena terug op de rivier.
Het gedoe met de boordcomputer neemt geen einde. Opsturen naar Taiwan want er zit 2 jaar garantie op. Nee, toen wij hem kochten zat er 1 jaar garantie op en dat jaar is voorbij. Nu lijkt het, dat het moederbord ook los te kopen is in de USA. We zouden vandaag (donderdag) vertrekken, maar nu wachten we dit nog even af. James, de computer guy gaat het board bestellen en monteren. We blijven nog maar een paar dagen. Nog een keer naar de tai chi klas.

De rondvaartboten hebben ons in hun tekst opgenomen. Aan de straat proberen ze mensen mee te krijgen voor een boottocht. Eén vent weet het al: geen boottocht voor ons, een treintocht, een bustocht, een wandeltocht, whatever, maar geen boottocht. En Hamish heeft ons gisteren weer een rondrit gegeven op weg naar een mooie dure supermarkt. We hebben hem een fles Ketel 1 gekocht.
Het moederbord is onderweg. Nu maar kijken hoelang Fedex er over doet, van Vermont naar North Carolina. Begin volgende week varen we weer. Zolang hebben we hier vakantie. Wandelen op het paarden eiland, wandelen langs de historische huizen, een IPA en een Flat Tire bij Queen Annes Revenge, een gesprek met mensen op straat, farmers market op zaterdag, free concert in the park op donderdag, film in het museum op dinsdag. Zo gaat het zijn gangetje. We eten nog een keer met Hamish, Dorothy en Terri in een goed restaurant aan de waterkant.

De film in het Maritiem Museum gaat over: Lincolns Secret weapon, the USS Monitor. Ontworpen door de Zweed Ericson, die ook de scheepsschroef uitvond. Het eerste stalen oorlogsschip. (Ik maak een foto van een model in de boekwinkel). Hier voor de monding gezonken. Het gevecht met het stalen schip van de Zuidelijken eindigde onbeslist, de granaten ketsten allemaal af op de stalen rompen. Daarna konden de Noordelijken hun blokkade van de zuidelijke havens handhaven en begon de opmars van de Union. Hamish en Dorothy zijn er ook en we later eten we bij hun thuis grieks van No Name Pizza.

Woensdag om 16 uur belt James: de computer is klaar. Ik vraag Hamish of hij me naar Morehead City kon brengen, met de taxi kost dat een kapitaal. Nu komt Hamish het liefst in zijn rode sportscar, waar slechts 2 personen in kunnen (liggen). Nu komt hij met de witte Subaru een 5 persoons gezinsauto. Als hij de computer van 10 x 15 cm ziet moet hij lachen: hij dacht we gaan een computer ophalen, ik neem de grote auto met de kofferbak.

Ik typ dit nu op de nieuwe computer. We kunnen morgen vertrekken. Als we onderweg langs een gsm-antenne varen post ik deze blog.

Het was een mooie tijd in Beaufort. We zijn vast van plan hier in november terug te komen. Op naar Oriental, een stadje met een gratis streiger. En dat hoef je een Nederlander of een Scotsman niet twqee keer te zeggen.





vrijdag 14 juli 2017

Beaufort, NC


Bij zonsopgang zijn de landingsvaartuigen verdwenen, niks van gemerkt, goeie mariniers. De eerste 10 mijl varen we door het oefengebied van de Marines. Her en der liggen kapotte pantservoertuigen. Dit is pas de Mekong. Je mag nergens aan land, er passeren visbootjes, verder is het stil.

De brug van Surf City laat ons een half uur wachten. Er komt een ambulance. Als de ambulance in aantocht is sluit de brugwachter de bomen en na vijf minuten zijn de linker weghelften leeg. De ambulance voorafgegaan door een politiewagen gaat over de brug. Dan opent de brug en kunnen we doorvaren. Goed werk.

We ankeren in de creek bij Beaufort NC (spreek uit: bovert), een klein stadje met een historisch centrum. Er zijn veel tochtjesboten, de eilanden voor het stadje zijn prachtig met wilde paarden. De Water Bug vertelt de toeristen, dat die zeilboot uit Rotterdam komt. En dan is er de piratenboot, de Revence of Queen Anne. Ze zijn verkleed en voeren een hele theatershow op voor de kinderen. De kinderen mogen schieten met waterkanonnen, die op reling zijn gemonteerd. En dan komt een klein bootje met een piraat  langszij: eerst ruzie dan een zeeslag. Als ze ons passeren horen we steeds hetzelfde stuk tekst: wanna –be-Jack-Sparrow, Walt-Disney-reject. Het doet ons denken aan het Land van Ooit.

Beaufort heeft een buitengewoon Maritiem Museum. Een grote collectie, goed uitgestald, goede teksten en vriendelijke staf. We mogen op het uitkijkdek op het dak. Het museum is van de State, dus gratis. Als iets van belastinggeld is betaald mag er niet aan verdiend worden, zo zijn ook de zeekaarten van de NOAA gratis. Goed idee.

We lopen elke dag naar het winkelcentrum. Op het land is heet, erg heet. Een dame stopt haar auto, draait het raam omlaag: are you boaters? Ze keert en brengt ons naar het winkelcentrum. We kopen een Amerikaanse gasfles met regulator. Die fles kunnen we nu bij elke supermarkt omwisselen, een half volle Europese fles dient als reserve.
En dan wil de computer niet meer aan. Geen biepje, geen lampje, geen gezoem, nada. Na wat omzwervingen komen we terecht bij een computer nerd in Morehead City, de aangrenzende stad. Dan is het wachten op een telefoontje. Is het te repareren? Moeten er onderdelen worden besteld? Moeten we een nieuwe kopen?


We zijn dus nog wel een paar dagen in Beaufort. Maar erg is dat niet, het is hier erg mooi, de mensen zijn erg vriendelijk en in Morehead City is er twee keer in de week een Taoistisch Tai Chi klas. Hamish haalt me op bij de steiger, in zijn rode sportwagen rijden we naar de klas. De instructeur heet Terri en is Tai Chi glimlachend positief en aardig. In de pauze komt iedereen naar me toe voor een praatje. Een vrouw vertelt, dat haar dochter vorige maand in Rotterdam is geweest en dat ze het de mooiste stad van Europa vond. Ik kreeg het even te kwaad.

De Nederland connecties zijn telkens verbazend. Hamish heeft Nederlandse buren, hij heeft zelf veel in Nederland gewerkt, kent Zwolle, Helmond en Rijswijk. We spreken een vrouw bij haar historische huis. Haar man is van Nederlandse afkomst en is de stamboom aan het uitzoeken. Haar zoon is met een Nederlandse vrouw getrouwd. De mensen waar we 4th of july vierden heetten Zwart. Gisteren spraken we een man, die voor General Electric aan de Helpman Centrale in Groningen had gewerkt. En ga zo maar door, altijd zijn er connecties of zijn ze  zelf in Nederland geweest. Nou ja, Amsterdam. Hier dichtbij is een gebied, Terrasea gesticht door Nederlandse settlers. Met tulpen, klompen en souveniers.
Het moederbord is defect. Er kan een nieuwe uit Taiwan komen. Ik vraag de computerman naar een soortgelijke computer te zoeken, die je hier kan kopen. Hij gaat aan de slag. Hamish maar bellen, dat ik ook naar de vrijdagklas kom.


Het is morgen een jaar geleden, dat we uit Delfshaven vertrokken. We krijgen een mail met een foto van de Islemunda collega’s. Moet ik alweer bijna huilen. Ik mis John en die andere lui.
De mensen, die in Southport met ons als heroes op de foto wilden sturen de foto. We laten hem zien.(oh nee, gaat niet. foto staat op de computer in reparatie. in plaats daarvan een foto van Rommy met het laatste stuk pizza)

In verband met de Tai Chi klas ontbijt ik om 07.00 uur en lees mijn boek over de Amerikaanse geschiedenis (Burns). Op de privésteiger aan de overkant zit een jonge vrouw te lezen. Als Rommy mij overzet naar die steiger, zit ze er nog. Ze roept: Hallo, jullie zijn het. In het Nederlands dus. We zagen haar eerder even op een motorbootje, dat een Amerikaanse en een Nederlandse vlag voer. Ze heet Marie-Clair en haar familie bezit hier een huis met steiger.
Tijdens de klas gaat mijn telefoon. Later bel ik de computerman terug: hij heeft hetzelfde model gevonden, laat het opsturen en vervangt de onderdelen. Zal 3 tot 5 dagen duren.

We zitten in de kuip en een jongen in een Laser vaart langs. Hij roept: Bonjour (?), could you do me a favour? Yes?? Keep Trump! Hij ziet rood-wit-blauw en denkt, dat we Fransen zijn. Trump is vandaag,  in Frankrijk. Echter Trump heeft geen stijl, geen manieren en geen intelligentie. Geen kans, dat de Fransen hem een dag langer willen houden.

Morgen naar de Farmers Market en een tochtje met Hamish en Dorothy naar het fort.

zaterdag 8 juli 2017

Southport



De Intra Coastal Water Way kronkelt tussen met bomen begroeide oevers. De krekels zijn oorverdovend. Hier zijn veel Vietnam-films opgenomen. Als ik alleen aan het stuur sta, beeld ik me in dat we op de Mekong varen. Elk moment kan de Vietcong uit het oerwoud beginnen te schieten. Geratel. We roepen Rotterdam! Piet Nak! Johnson molenaar! Ze blijven schieten. De hete zon en het eindeloze oerwoud brengen je op rare gedachten.


We ankeren in een zijtak van de Waccamaw River (Mekong). Rommy gaat in het water om af te koelen, het is 34,4 graden en windstil. Maar misschien zijn er alligators? Dan moet ik maar met steentjes gooien, zegt ze. Vragen: a. Gaan alligators weg als je steentjes gooit? b. Waar hebben we in godsnaam ergens steentjes? Het gaat goed, je knapt er erg van op, zegt ze. Dan moet ik het ook maar doen en moet Rommy steentjes gooien... maar de vragen blijven onbeantwoord.

Vroeg in de ochtend. Rommy neemt nog snel een duik en lichten we het anker. De ICW loopt nu langs een gebied met badplaatsen, beaches. Waterscooters en motorbootjes razen de hele dag langs. Om half zes zijn we bij South Port/Cape Fear. We kunnen ankeren in een zijkanaal. Er is een city-dock, maar die heeft nogal geleden van de orkaan Matthew. En er is de steiger van Provision Co, een populair visrestaurant. Daar lig je gratis als je komt eten. Ik bel en er is plek. Het restaurant is niet meer dan een afdak met tafeltjes, maar er zitten 20 mensen bij de ingang te wachten op zo’n tafeltje. We leggen vast en worden op de wachtlijst gezet. Een uur later eten we een enorme hoeveelheid shrimps en 2 moten geelvin tonijn. Na het eten verkennen we het stadje. Een mooi stadje, niet zo heel historisch. De film Save Haven is hier opgenomen.

Er komen steeds mensen uit het restaurant onze boot bekijken. Een familie wil met ons op de foto: You are heroes. Bob van het charterschip drie steigers verderop, komt zijn hulp aanbieden. Een man die bij de loodsdienst werkt gaat morgen uitzoeken hoe het met onze gasflessen moet. En je ligt dus gratis.

Tussen de Kaap Verden en de Carib leek zich een orkaan te ontwikkelen. Nu geeft de NOAA het volgende bericht: multispectral satellite imagery shows the Sahara Air Layer is overtaking the depression and it will be increasingly more difficult for the system to maintain organised deep convection. Het duurt even tot je begrijpt wat er staat, maar dan is het een hele geruststelling.

Om verder naar het Noorden te gaan moeten we de Cape Fear River op. Als die uitstroomt lig je bijna stil. De kentering is om 14 uur. Dan waait het loeihard (24 kts). We besluiten nog een nacht aan de Provision Co steiger te blijven. En nog een keer in het restaurant te eten.  Dat is geen straf. We zitten met 3 tafeltjes van 2 dicht bij elkaar. Met z’n zessen hebben we een heel leuk gesprek.

De volgende ochtend als de zon om  6.08 uur opkomt, vertrekken we. Er was nog een korte heftige onweersbui in de nacht. De steiger is niet zo best, de bolders laten los, de drijvende steigers zitten met een touw vast aan een paal. Dat touw hield het niet. We leggen ons direct aan de paal en kijken elke paar uur of we nog mooi zakken. Het verval is hier 1,8 meter. Maar goed, om 6 uur varen we. En dat is mooi, het licht, het water, de vogels.

Later overdag veel jetskis en snelle motorboten. En snel is hier echt snel. Een Amerikaan is helemaal gelukkig met veel pk’s en veel benzineverbruik. Boot, auto, grasmaaier. Maakt niet uit, zolang het maar lawaai maakt en veel slurpt.

We ankeren in een baai van de mariniers. Er liggen wat landingsvaartuigen tegen een kade. Er staat een groene Hummer naast. Maar je mag hier liggen. Het is uitgediept, verder is het overal ondiep. Soms zijn er nachtelijke oefeningen met helicopters. In het donker, met infrarood kijkers. Zal vandaag wel niet gebeuren, het is zaterdag.


woensdag 5 juli 2017

Georgetown, Independence Day


Zo zou de Biesbosch er uit hebben gezien, als het 100 keer groter was geweest.  De eerste 10 mijl vanaf Charleston varen we nog voorbij aan een lange rij mansions met elk een steiger, dan riet en kreken zover het oog reikt. Een gebied van 20 km breed en 60 km lang (is dat 100 keer de Biesbosch?). Het is zaterdag, de eerste van een serie vrije dagen naar Independence Day toe. Er passeren geregeld kleine motorbootjes, model Dexter. De meesten minderen vaart bij het passeren, maar geven weer gas zodra ze je voorbij zijn en dan zit je nog in hun golven. Om vijf uur ankeren we in Georgetown in de Sampit River, een kleine rivier langs de achterkant van de hoofdstraat. Er is een boardwalk, gezellig druk. ’s Avonds begint in een café een band te spelen: My daddy was a rolling stone. Dat nummer betrek ik altijd op mezelf en schiet dan vol. Deze café versie met verkort intro geeft slechts een vage droefheid.

De muziek op de radio in Amerika is voor ons een verademing. In de Carib was er alleen maar gedreun zonder melodie, vandaag horen we hier Niel Young, Beatles, The Band, Ellington en Sinatra. Veel reclame tussendoor. En er zijn blues, klassieke en jazz programma’s.

Georgetown is beeldschoon. Huizen uit de Engelse tijd en van na de Independence (1776). Een hoofdstraat met een bioscoop en mooie eikenlanen (southern live oak). We gaan later naar de Big Tuna om een lokale IPA te drinken. We zitten buiten en beneden in het water zwemt/drijft een alligator. We praten met een couple met drie kleine kinderen. Zijn zus woont in Delft, getrouwd met een ingenieur. Het meisje Lulu laat haar plastic eendje in het water vallen. Huilen. De alligator en twee schilpadden schieten er op af. Met een dustpan uit de bar redden we de badeend. Wordt de reis toch nog een avontuur.

Het eerste huis bij de vissershaven is gebouwd door een Schotse dokter. De dochter werd verliefd op een visser. Dat werd haar verboden, maar stiekem zagen ze elkaar toch. Totdat hij naar een ver oord vertrok. Vaak zien mensen licht achter de ramen van het huis. Dat is haar geest. Zo maakte ze geheime afspraakjes met de visser. Zo heeft elk huis hier zijn geesten. Bijvoorbeeld het huis waar de Engelse soldaten waren ingekwartierd tijdens de burgeroorlog. De knappe dochter van de  familie lonkte met de Engelse soldaten, maar ze was een spionne. Op een dag vertelde ze de Engelsen, dat een beroemde rebellenaanvoerder in de stad was. De Engelse soldaten stormden naar buiten. Eén soldaat struikelde op de trap en brak zijn nek. Nog voelen de huidige bewoners een hand op hun schouders als ze die trap afdalen. Alsof de geest hun wil beschermen tegen struikelen. Er zijn ook huizen met kwade geesten, maar daar vertellen de bewoners niet over. Dat maakt het huis onverkoopbaar.


Het historisch gedeelte van Georgetown beslaat een vierkant van 4 bij 12 straten. De huizen zijn uit de 17e en 18e eeuw. Er zijn meer dan 20 kerken met elk een eigen kerkhof. Elk huis heeft een jogglingboard op de veranda, een verende zitbank. Typisch voor South Carolina. Leer je toch nog iets van deze blog. Het plafond boven de veranda is altijd lichtblauw geverfd. De Gullah slaven deden dat om boze geesten af te weren. Een man is in de tuin aan het werk, we maken een praatje. Over het huis, over Amsterdam en Delft (waar ze geweest zijn), over Rotterdam, over Trump, over de burgeroorlog, over immigranten. Zijn vrouw komt er bij staan, leuke mensen, we praten nog een kwartier.

Het is 4th of july, Independence Day. We hadden heel wat feestelijkheden verwacht, maar het is stil op straat. En 33,4 graden. Met twee zitkussentjes gaan we naar het koorconcert op het grasveld voor het Kaminski House. Het is erg patriotisch. Saluut aan de vlag, het volkslied, voorlezen van de Declaration of Independence , saluut aan de vijf legeronderdelen (de mannen die gediend hebben gaan staan en er is dan applaus en hugs). Maar het was bijzonder om mee te maken (iets wat we van de hele reis kunnen zeggen).

Na het concert lopen we over de boardwalk terug. Vanaf een balkon horen we roepen: ROTTERDAM! Het is donker, we zien de mensen op het balkon eerst niet goed. Het zijn de mensen van vanochtend, die met de tuin. Ze zijn bij vrienden in het appartement om naar het vuurwerk te kijken. We ontmoeten boven de Zwarts, de bewoners, Katherine en Jack van vanochtend en Nancy en haar man. Ze geven ons te eten en te drinken en vragen ons honderd uit over onze reis. Maar ook vragen ze, wat we van Trump vinden. We aarzelen, we zijn gast. No you are among friends. Rommy zegt: he is a patient. Dat vinden ze mooi gezegd. Rommy steelt de show, ik ben de sukkel met hoogtevrees die niet kan zwemmen. Be it so. Na het vuurwerk blijven we nog wat drinken en het is heel gezellig. We komen langs op de terugreis. We had a great night, we felt welcome to the USA. Thank you. Dit, voor als ze het blog lezen, maar het is waar.

De Amerikanen hebben van die dingen, zoals: bij de intro van het concert vraagt de spreker: wil iedereen, die hier voor het eerst is zijn hand opsteken en blijven opsteken. Dan vraagt hij het publiek te zeggen: welcome, we are glad you are here. Het werkt, geloof het of niet.
In de ochtend vertekken we met bloedend hart (rode tonnen aan bakboordzijde). Er is nog nooit een hurricane in de Chesapeake Bay geweest. Daar gaan we heen.
Vandaag wordt onze vriend John aan zijn hart geopereerd. We hopen, dat het goedkomt.