zondag 12 april 2020

Plannen in Apalachicola




Als we een oversteek maken zitten we 5 tot 20 dagen achtereen met z’n tweeën op de boot. Nu liggen we al 3 weken in de rivier voor anker en het kan nog wel 3 weken duren. Maar elke dag maken we een wandeling en spreken onderweg meestal wat mensen op 6 voet afstand. Om de 3 dagen halen we vers vlees en groente in de supermarkt en de viswinkel aan de kade geeft ons vers drinkwater en verkoopt de beste garnalen van Florida. Niets te klagen. Het enige dat we missen is het trekken, het varen door het veranderende landschap, in nieuwe havens aankomen en in nieuwe baaitjes ankeren. En we missen vrienden zoals Heike en Herwig of Janne en Steiner. Beide boten zijn trouwens ook in de Florida, de Duitsers een stukje zuidelijk van ons bij St Petersburg en de Noren oostelijk van ons aan de andere kust in Fort Lauderdale.


Op dit moment is de terugreis naar Guatemala onmogelijk, Mexico,  Belize en Guatemala laten geen schepen toe. En je wilt zulke landen met een povere gezondheidszorg ook niet belasten. Toch gaan we er nog van uit, dat we in juni die kant weer op kunnen en dat we de boot voor het hurricane seizoen in Guatemala op het harde zetten. Of we dan nog naar Nederland vliegen staat nog te bezien.



Als het allemaal langer duurt, is het alternatief het US-visum te verlengen, langs de oostkust omhoog te gaan en een hurricane hole in de Chesapeake Bay te zoeken. Geen beroerd vooruitzicht, misschien kunnen we dan de vliegtickets van de US naar Nederland op 18 juni nog gebruiken. De aanpak van de crisis in de US is slecht en oneerlijk, maar de financieële druk om back to normal te gaan is enorm groot. 




Wat er ook niet is is het winkelen. We gingen af en toe naar een shoppingmall en kochten dingen als schrijfblokken en plastic bakjes. Ik stond nog wel eens verlekkerd te kijken bij mooie overhemden of hoeden, maar kocht niets. Geen plek op de boot en niet nodig. Alleen in watersportzaken gaven we veel geld uit aan accu’s, kabels, pompen e.d. Het sluiten van de winkels maakt voor ons niet veel uit.




We horen net, dat Heike en Herwig naar Deltaville in de Chessapeake Bay gaan. Het zou leuk zijn met ze mee te gaan.




Terug van onze wandeling treffen we Jeff met zijn hond Lady op het city-dock. Hij rijdt op een driewieler en heeft MS. Hij was bij de marine, visser in Alaska en deed deliveries van zeilschepen. Hij vindt onze boot mooi. Zijn vriendin is gestrand in Peru, dat is minder mooi. Nice meeting you Jeff.




Terwijl ik dit schrijf, zondagavond stormt het. De wind blaast zo’n 25 knopen naar het noorden, de rivier stroomt 2 knopen naar het zuiden. We liggen dwars op de wind en golven, dat is nogal onrustig. Ik ga nog maar niet slapen en voltooi dit blog. Verderop in Missisippi en Alabama zijn windhozen, hier niet. Hoop ik.

Een gedicht.

ZONDER ONHEIL BEWEEGT NIETS

De verwaaide, ijzige toppen van hoge
stapelwolken schuiven voorbij.
Het zonlicht waaiert weg. Een wolk-
breuk volgt, bliksems. Gier ik of
top ik de raas? Vier ik de schoot?
Zeil ik admiraal? Of met klein zeil?
Lijk ik een lijk aan? Gil ik het uit?
Of bind ik in? Redder ik de zeilen?
Deze veelzinnigheid van de zin van
het zijn, deze wezenlijke desoriëntatie.
In hemelsnaam waar verzeil ik?

Mark van Tongele

Ga ook gedichten lezen en wissel ze uit. Ik was even in een soort kettingbrief met gedichten, maar die liep vast.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten