dinsdag 18 februari 2020

Floridas Forgotten Coast



Van Dunedin naar Carabelle, een gemakkelijke oversteek. Gemiddeld 14 knopen wind schuin achter. Wel een koude nacht: twee hemden, een trui, een jas, een lange onderbroek en een dekentje over de benen. Om 15 uur varen we onder begeleiding van een groep dolfijnen langs Dog Island en gaan achter het eiland voor anker.

We hebben dus het rechterboven hoekje van de Golf van Mexico afgesneden, de Panhandle. Misschien doen we op de terugweg de 4 dorpjes in de bocht aan. Omdat de kust erg ondiep is moet je steeds 10 zeemijl naar buiten en dan weer naar binnen. 

De volgende dag ankeren op de rivier bij Carabelle. Vijf jachthavens, een hoofdstraat en twee zijstraten. Grootste bezienswaardigheid: het kleinste politiebureau ter wereld! Het is een telefooncel, als de enige politieagent met zijn auto naast de telefooncel staat en je belt het politiebureau, dan neemt hij op. 
We bezoeken het Tourist Office, de mevrouw vertelt over de twee straten en noemt alle zaken die er zijn gevestigd. Het blijkt dat de eigenaar van de C-Quarters Marina een Nederlander is. Moeten we beslist even langs gaan. De mevrouw  belt of ze thuis zijn: morgen middag pas. We zeggen toe langs te komen als we er nog zijn, maar het weer en het tij worden elke dag ongunstiger, grote kans dat we morgen vertrekken naar Apalachicola, 25 nMijl naar het Westen.


Van Carabelle naar Apalachicola. Volgende morgen is het mistig op de rivier. Het water staat nog erg laag: 1,2 m. Elke dag dat we hier blijven is het LW een uur later en morgen is er regen en onweer. Beter nu te vertrekken. Als we het anker ophallen, zien we dat het rode navigatielicht er los bij hangt. Beugeltje afdgebroken. Dure lamp, AquaSignal, afgelopen zomer in Rotterdam gekocht. Als ik aan het stuurwiel draai valt de elektrische stuurautomaat uit elkaar, de lager-kogeltjes rollen door de kuip. We vinden er 19 terug. Dan lopen we aan de grond. We zetten het voorzeil uit en laten de schroef draaien. Na een half uur komt er beweging.
Buiten wil de mist maar niet optrekken. We varen 5 ½ uur van boei tot boei met een zicht van 50 m door de smalle vaargeul. Gelukkig geen tegenliggers. We blijven wat langer bij Apalachicola liggen, we hebben nogal wat klussen te doen. Er is ook nog een lekkend raam, een niet sluitend deurtje, lekkende diesel en een blokje van de windautomaat dat de lijn kapot schavielt. En de hendel van de ankerlier is overboord gegaan....


Maar dat was nog niks, de grote ellende moest nog komen. De accu’s waren te snel leeg. We hadden al een keer gezien, dat de dynamo 15,4 V laadspanning gaf. Dat deed de accu’s even goed, maar na de tocht naar Apalachicola waren ze weer zo snel leeg. Tijdens de tocht in de dichte mist hadden we alle aandacht bij het varen, niet gezien dat de dynamo 5 ½ uur 15,4 V en volle laadstroom leverde. Beide gebruiksaccu’s waren opgezwollen, overladen en total loss. 


We liggen dus voor anker en ook de startaccu is leeg. We bellen TowBoatUS, de sleepboot service waar we lid van zijn. Een uur later sleept Robert ons naar de stadskade van Apalachicola. We vragen wat rond naar een monteur en we horen dat Eric de man is. Maar het telefoonnummer dat we krijgen is niet juist, een ander nummer staat op voicemail. In de Tourist Office maak ik een praatje met Carl de brandweer commandant, ik vertel over de accu’s en dat ik Eric niet kan bereiken. Hij pakt zijn telefoon en belt Eric....

Opgelucht gaan we naar de Oyster Brewery, in de winkel kochten we al hun Apalach IPA en die is goed. Het is een mooie brewery met de ketels midden in het pand. Er is ook een Double IPA met een breder bitter en meer alcohol. Achter de grote glazen zitten we buiten heerlijk in de middagzon en raken aan de praat met drie gepensioneerde echtparen. Als ze horen van onze reis zijn ze vol bewondering. Zoals Amerikanen dat kunnen: 100% bewondering, geen relativering. Later praten we over Amerika. Eén stel komt later nog bij de boot. Rommy geeft de vrouw een rondleiding, voor zover dat kan op 30 vierkante meter. 


Nu is het wachten op Eric. Het is trouwens geen slechte plaats om te stranden. Apalachicola is een diep-zuidelijk stadje met mooie oude panden, een oud theater, een fort, een courthouse, parkjes en een boardwalk waar wij nu aangemeerd liggen. Ik hoef maar buiten te gaan zitten en kan praatjes met voorbijgangers maken. Did you sail all the way from Holland? How long did it take? Wow, that is amazing.. Zo begint het meest.
En hier woonde John Gorrie, de uitvinder van de ijsmachine (1851). Hij was een dokter die gele koorts patienten wilde afkoelen. We zullen beslist het John Gorrie Museum bezoeken.

Eric komt pas maandag, dus we gaan lekker wandelen in het uitgebreide gridpatroon van 18 straten en 13 avenues met koloniale huizen. We stuiten op een Parade van het Afro American History Festival. Dure mercedesen met schoonheidskoninginnen op de motorkap, brandweerauto’s, gepanserde geldauto’s en groepen die flyeren voor de verkiezingen van de judge, de city clerk en andere verkiesbare functies. Voor de positie van Sherif is er een wagen van Carl Whaley. Hij komt op ons af en vraagt of Eric ons heeft kunnen helpen met de accu’s. Het is de Carl uit de Tourist Office, maar nu geschoren en gewassen. We zouden op hem hebben gestemd.
Inmiddels voorzien van strengen gekleurde kralen en veel snoep laten we de laatste wagen van de Parade passeren en lopen dan mee naar het festival terrein. Etensstalletjes, toespraken, gebed, volkslied (we wilden gaan staan, maar iedereen bleef zitten), een gedicht, dans en muziek. Veel standjes om voters te registreren. Een mevrouw legt ons uit hoe het allemaal werkt met het registreren. Heel ingewikkeld en belemmerend voor arme mensen. We zijn het roerend eens over wie er weg moet uit het Witte Huis.


We volgen de Democratische primaries. Onze favoriet is Klobuchar, maar Bloomberg zou het ook goed doen.

We beeindigen onze wandeling in de Taproom Bar met shrimps en bier van de Oyster Brewery. Daarna gaan we in de kuip zitten en beantwoorden weer de vragen van de voorbijgangers.

Eric komt maandag om 12 uur, we verwijderen de accu’s. Met een tijdelijke startaccu starten we de Yanmar en meten  17,2 Volt uit de aternator. Foute boel. Woensdag komt de accuman en de alternator gaat naar een man in Tahalassi. Die man was ons ook al door Carl aanbevolen.


Als we de volgende dag een wandeling maken en opzij stappen voor een gekleurde mevrouw op een fiets (ze fietsen hier op het voetpad of ze lopen op het fietspad) stopt de mevrouw en vraagt hoe het met de boot gaat. We hebben haar in de Parade gesproken, waar ze flyerde voor de Democraten. Ze zegt, dat we door moeten lopen naar het park, er is een kerkdienst met muziek en lekker eten. We zijn non-believers zegt Rommy. Geeft niet zegt ze, de muziek is goed en het eten is lekker. We gaan er toch maar niet heen.


De stoet voorbijgangers langs de boot is onafzienbaar, homo’s met grote gekapte poedels, toeristen uit heel de US, een ongeschoren type die een lierhendel voor we wil maken, mensen met een zeilboot op de Grote Meren, een piloot die alles over de apparatuur wil weten en de galeriehouder, die in Veldhoven bij ASML is geweest. We beginnen over de ban van Trump op ASML, hij wil die naam niet horen en nodigt ons uit voor een espresso uit de Italiaanse machine (Ranchillo) in zijn galerij.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten