zaterdag 13 juli 2019

Panajachel, Guatemala



Om acht uur stappen we bij de brug op de bus en om acht uur stappen we ons pension in Panajachel  binnen. Zeven uur in een grote bus naar Guatemala City, 2 uur met een kleine bus naar Antigua en 2 uur met een taxi naar Panajachel. Zachte stoelen met beenruimte en airconditioned, maar wel een lange zit.

We hebben 4 uur per dag 1op1 les, vermoeiend maar het schiet wel op. De leraressen, kleine vrouwen in maya-kleding zijn deskundig en erg aardig.  De school is relaxed, met een mooie tuin en prettige ruimtes. Mijn lerares Astrid is erg bij de les. De gesprekken in het Spaans zijn lastig, maar gelukkig wisselt ze het af met oefeningen en spelletjes. En de gesprekken over Guatemala en nederland zijn ook inhoudelijk leerzaam.



Panajachel is ooit door de Amerikaanse hippies op de kaart gezet, beneden aan het Atitlan Meer zijn veel restaurants met buiten opdringerige obers met geplastificeerde spijskaarten. Langs de weg omhoog ontelbare winkeltjes en kraampjes met lokaal gemaakte kleding en voorwerpen in de felle maya kleuren. Ook hier wordt je constant aangesproken. In het Engels, maar we antwoorden in het Spaans. Boven, waar de school en het pension liggen is het druk, gekleurd en lawaaierig. De straten zijn vreselijk slecht, een rit in een tuc-tuc is een slalom langs de gaten in het wegdek. Vijf Quetzales kost een rit, dat is dus 75 euro-cent. Het pension ligt 10 min bergop, dus neem ik vaak de tuc-tuc, Rommy loopt meestal. De markt is een doolhof van smalle gangetjes. Groente, fruit, vlees, tacos, schoenen, hoeden, jurken, telefoons, kruiden, in kleine kraampjes. In de straten hierboven zijn winkeltjes met tweedehandskleren en schoenen, papier, telefoons, speelgoed, eten, scooters en gereedschap. 


Op zaterdag en zondag hebben we vrij van school. We lopen naar het natuurpark. Een pad langs een waterval met  spider monkeys en een vlindertuin. Terug met een tuc tuc. Zondag naar het voetbal, tweede divisie van Guatemala. Altijd leuk.


Het pension is wat versleten, maar het gezin is reuzeaardig, het eten is heerlijk en de gesprekken met andere gasten zijn interessant. We vallen soms wel terug op Engels met Bill en Kate, twee Amerikaanse muziekdocenten. Als we met Angel en Lucky van het huis praten, begrijp ik ongeveer de helft. En dat na 3 dagen! De buiten en binnenmuren van het huis zijn volledig oranje geschilderd. Voetbal oranje oftewel sinasappel oranje, narangada. Het went.



Ik krijg helaas heftige diaree, maar de Farmacias verstekken antibiotica voor spotprjzen. Na 2 pillen zijn de bacterien uitgeschakeld en functioneer ik weer normaal.

Dat ik Italiaans kan is een voordeel, maar ook een nadeel. Bijvoorbeeld men zegt: ʖDonde es mi casa? in het Spaans en Donde e la mia casa? in het Italiaans. Donde en casa is gelijk, maar de rest verschilt iets en dat is lastig. Gelukkig weet ik waar mijn huis is.

Om woorden te leren gebruik ik kleine kaartjes. Op de ene kant het Spaanse woord EL CARRO en op de andere kant THE CAR. 's Morgens loop ik naar een kleine Liberia om nieuwe kaartjes te kopen, ik heb 1 kaartje meegenomen omdat ik mijn 4 dagen Spaans nog niet vertrouw. Hij begrijpt het inderdaad niet en ik laat hem het kaartje zien. Hij bekijkt het en zegt: nee auto's verkoopt hij niet. We hebben les in het Engels, dus je vertaalt 2 keer: bored=verveeld=aburrido. 


Aan de oranje wand hangt een schilderij van Panajachel, je ziet 2 van de 3 vulkanen die het meer omringen. De badkamer heeft een groot raam. Dat voelt ongemakkelijk, maar het raam geeft uitzicht op een begroeide bergwand. Het dakterras voor onze kamer geeft uitzicht op de stad en het meer. Het is een goede plek om te studeren en tai chi te doen.


Groeten uit Panachel. Hasta luego.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten