woensdag 7 februari 2018

Vinales



Orlando brengt ons voor $100  in de rood-witte Ford uit 1959, die nog van zijn grootvader is geweest. We doen de excursie naar Vinales samen met John en Pam, een Engels echtpaar. De auto ziet er goed uit, maar na 180 km kom je er gebroken uit. Sommige veren van de zittingen zijn gebroken en de weg is vol kuilen. Zelfs de 6-baans snelweg is vol diepe kuilen. Hoewel snelweg... er zijn paarden, fietsers, voetgangers, boeren die kaas verkopen, overstekende ossewagens. Af en toe gaat de vaart eruit en stopt Orlando om een paar klappen op de ebrandstofpomp te geven. De motor is een Hyundai diesel. Geen van de maquinas heeft nog de orginele motor, meestal zijn het Russische dieselmotoren met het geluid van een tractor.



Vinales is mooi, steile bergen in de tabaksvelden, paden van rood zand met toeristen op paard en fiets. Veel toeristen: Canadezen, Duitsers en ook Nederlanders. Er zijn  300 casas particulares, (bed and breakfast) en zo’n 50 restaurants. Toch is de sfeer heel relaxed. De bewoners zijn spraakzaam, we komen veel te weten over hun leven. Hoeveel je kan kopen op het rantsoenboekje (de libreta), hoe lang je moet wachten in het ziekenhuis, welke vrienden naar de overkant zijn gevlucht en hoe blij ze waren met internet vorig jaar.



De buurman van 82 vertelt over zijn kinderen en 20 kleinkinderen, zijn moeder is 103 en nog goed van geest. Hij zegt, dat het komt door de berglucht, de rum en de sigaren. Later komt hij mij een sigaar brengen.



Het is een genot om op een café-terras in de hoofdstraat te zitten en naar de mensen en vervoermiddelen te kijken. Niet alleen rijden hier Cadilacs met dubbele voorruit en ronde achterkant (het voorbeeld voor de Bentley, vertelt John), maar rare brommers, ossewagens, fietsen omgebouwd tot brommer, vrachtwagens omgebouwd tot bus en daartussen door de toeristen, de Cubanen en heel veel straathonden. Om de hoek is een botanisch tuin. Je ziet en proeft alle Cubaanse vruchten. De gids heeft, zoals gebruikelijk nodige grappen. Dit keer veel grappen over schoonmoeders. Als we het er over hebben, legt hij uit dat alle pas getrouwde stellen bij haar ouders moeten inwonen in die kleine huisjes en dat geeft fricties. En schoonmoedergrappen.


De tweede dag doen we met zijn vieren een toer door de omgeving. We gaan met een bootje door een grot, deze gids doet alleen maar champagneflessen, koppen, slangen, die je kan zien in de druipsteen. Geen stalagtieten- 3 cm- per- eeuw verhaal. We bezoeken een tabaksplantage. Ze vertellen alles over de plant, het oogsten, drogen en fermenteren. John en ik steken er één op, het mondstuk gedoopt in honing, zoals Che het altijd deed. Ik rook voor het eerst sinds 40 jaar, Rommy staat erbij met een gezicht van: is dat wel verstandig? De gids laat dan zien hoe je een sigaar maakt. Ik let extra op, want mijn grootvader was sigarenmaker in Oude Pekela. De gids is vaak naar sigarenfabrieken in Nederland geweest. Na de lunch gaan we nog naar de Mural Préhistorique, we hebben de auto met chauffeur voor de hele dag ($10 pp). Het is een gigantische schildering op een rotswand, die de evolutie van pre-historische mens naar socialistische mens verbeeld. Niks pre-historisch dus, maar een idee van Fidel. De socialistische mens is natuurlijk het eindpunt. De schildering wordt bijgewerkt door mannen aan touwen. John heeft een bedrijf dat vuurtorens en bijzondere gebouwen restaureert met mannen aan touwen. Hij vindt deze touwen volstrekt onveilig.

De laatste dag lopen we voor we vertrekken nog een ronde om de bergen. Omdat paden niet zijn aangegeven lopen we steeds te zoeken naar het juiste pad. Op een gegeven moment eindigt het pad bij een rotswand, een steile trap gaat 30 m omhoog. Boven komen we in een grot en achter in de grot is een zwart gat. Het is een gang. Met het licht van het telefoonscherm gaan we de gang in. Halverwege is een bocht en dan zien we in de verte een klein driehoekje van licht. Aan de andere kant is geen trap, maar moeten we klauteren.

We gaan weer verder over de rode zandpaden, die soms meer modderpoelen zijn. Twee fietsers komen van de andere kant, hun fietsen door de modder slepend: zou het nog lang zo doorgaan? Vraagt de vrouw aan de man. Het wordt nog erger, zeg ik, ook in het Nederlands. We hebben midden in Cuba een leuk gesprek met de directeur van het Dolfinarium en zijn vrouw. Vermoeid komen we bij de Mural, van daar is het nog 5 km lopen. Een paard en wagen passeert en de koetsier roept: Vinales, tres CUCs. Dat doe
n we dan maar. Moe maar voldaan.

Terug in Marina Hemingway komen John en Pam (GB) en Jean en Francoise (FR) bij ons wat drinken. Geen taalproblemen, want Francoise is lerares Engels. John en Pam zijn al een keer de wereld rond geweest en gingen als laatste met een convooi langs Somalië naar het Suezkanaal. De verhalen over bedreigingen en kidnapping zijn vreselijk. Ze maakten de kaping van een handelsschip, 28 nMijl van hun vandaan via de radio mee. Captain Phillips (de film met Tom Hanks) is niet gelogen. Als er een Somalisch schip naderde moesten ze dicht bij elkaar gaan varen en de War Offfice in Londen waarschuwen. De Engelse marine kwam dan met schepen en vliegtuigen. Iets waar Nederland niet toe bereid is..

het plaatsen van foto's gaat erg slecht, 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten