vrijdag 16 februari 2018

Grand Bahama - West End



Grand Bahama, niet de Biminis is waar we na 2 dagen en nachten aankomen. Als we uit Havana vertrekken, nadat de duiker niet was komen opdagen en Dansel, gisteren te dronken om te duiken, ex-commando, ex professional skateboarder, ex-oceanracer uit Cornwell onze speedmeter weer gangbaar had gemaakt, begint de wind stevig door te pakken. In plaats van de voorspelde 15 tot 20 knopen is het 22 tot 27 knopen. Die wind tegen de stroom van 3 knopen geeft hoge golven. Is niet aan te raden, maar met 2 riffen en een half voorzeil varen we lekker. In de nacht varen we langs de Amerikaanse kust. Er zijn 5 cruisenschepen en 1 tanker die de één na de ander een CPA (closest point of approach) van een paar honderd meter geven. Maar met enig VHF-contact met de stuurlieden wijken ze allemaal keurig voor ons uit. Het is imposant zo’n drijvend felverlicht flatgebouw op een mijl te zien passeren.

Als het laatste cruisschip in de duisternis (er is nog een dun sikkeltje maan in LK) is verdwenen en we ons even ontspannen komt de windgenerator met een klap naar beneden. De rvs paal is door het heftige gestamp afgeknapt en de molen ligt op de zonnepanelen heen en weer te schuiven tussen de antennes. Staand op de achterreling binden we de molen vast met een lijn. Dat lukt vanwege het geslinger van de boot niet goed, als hij weer begint te schuiven binden we er nog maar een touw om.

Als het licht is, het waait nog steeds 27 knopen en de golven zijn 5 meter hoog, halen we we windmolen naar beneden. Het duurt een uur voor we alle touwen weer hebben los gemaakt. Het is een zwaar ding en kost ons veel kracht, alleen jezelf vasthouden kost veel kracht. Maar het moet gebeuren. Het groene boeglicht is er door de golven afgeslagen, maar hij ligt nog op het voordek. Met de lifeline aan de veiligheidslijn  brengt Rommy de lamp in veiligheid. Dan kunnen we wat eten en rustig de volgende nacht afwachten.

De wind is afgenomen en we varen 7 knopen aan de wind. Een cruiseschip op aanvaringskoers wijkt 20 graden uit om vlak achter ons langs te varen. De Biminis liggen 20 mijl aan stuurboord, maar een tack tegen de stroom in is zinloos, we zeilen 4  knopen door het water en de stroom is 3 knopen. Als we deze koers kunnen houden komen we uit bij de westpunt van Grand Bahama. De wind is steeds rustiger geworden en we zetten de motor bij om bij licht aan te komen. Als het anker heeft gepakt en we alles hebben opgeruimd gaat de zon onder. Tijd voor een sun-downer, in dit geval een rum-punch.

We eten vissalade (we hebben midden in de Golf nog een dorade gevangen) en openen een fles witte wijn uit de koeling. We genieten van het leven. We drinken het laatste glas terwijl we een aflevering van 24 kijken. Anderhalf uur later worden we wakker voor een blauw tv-scherm. Die aflevering moeten nog maar een keer bekijken.

Als het licht wordt bak ik een brood, we ontbijten en maken een plan: eerst een duik in het heldere water, dan roeien we naar de Customs and Immigration en geven $300 uit visa en vaarvergunning, een wandeling door het dorpje, deze blog posten en een nieuwe weerbericht ophalen. Bij goed weer gaan we morgen naar Grand Cay, het meest noordelijk eilandje van de Bahamas.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten