Er was een
filmpje op YouTube: twee cruiseschepen die botsen. Dat was bij Cozumel, het eiland ten zuiden van hier, waar wij
een cruiseschip in distress tegenkwamen.
We zijn in de
laguna gebleven. De holding is toch prima en het water is veel kalmer dan in de
baai. Door de modderige bodem lijkt het water minder schoon, maar de enige
reden om er niet in te springen is de krokodil, die is gezien door een
Amerikaan.
Nou zijn veel Amerikanen
paranoide, die zien een drijvende kokosnoot aan voor een krokodil. Zoals ze ook
in elk vissersschip een piraat zien en hun wapen tevoorschijn halen. Als je de
Amerikaanse Noonsite leest durf je hier niet meer naar toe te komen. Nou is
er in de rest van Mexico wel kans op
beroving en gaat er met de zeilboten ook wel eens wat mis. Hier in Yucatan is
het redelijk veilig.
In Panama zijn 4
Noorse vrouwen beroofd en verkracht. Ze lagen geankerd in de baai van Fort
Portobello. De onsmakelijk reactie van een Amerikaan: dat gebeurd niet als je
een USA vlag hebt, dan weten ze dat er een wapen aan boord is. We ankerden daar een baai verder en zijn met de chickenbus naar Portobello gegaan om
in te klaren.
Met de soms harde
noordenwind is het hier erg koud. Vorige nacht daalde de temperatuur naar 17
graden. Het laken was niet afdoende, er moest een fleece
dekentje bij. Het is schandelijk, maak je een woeste reis naar de tropen en dan
moet je een deken over en een vest aan. Nu overdag is het 24 graden, toch ook
geen weer voor een T-shirt en korte broek.
Met de Nederlandse
, Belgische en Colombiaanse vrienden deden we een kerstmaaltijd. Indonesich.
Lekker. En heel gezellig. We willen voor oudejaarsavond een tafel huren op het
dorpsplein. Daar is muziek en eten. Clara, de Colombiaanse is al 2 keer naar
het gemeentehuis geweest voor die tafel, maar ook hier is weer een ingewikkelde
bureaucratie.
Met dezelfde
mensen gingen we naar het Maya Museum, aan het eind van de hotelzone van
Cancun. De smalle strook tussen een grote laguna en de zee is volgebouwd met grote
hotels, 12 km hotels met een 4-baans weg erlangs. Het strand is nergens te
bereiken, elk hotel heeft zijn eigen strand. Overontwikkeling. Een paar Maya
ruines heeft men nog voor de oprukkende buldozers en plunderaars kunnen redden. Het museum zag er goed uit en
de artefacten waren prachtig. Ook mooie draken van hedendaagse kunstenaars. In
de museumwinkel een Maya muismat gekocht, kun je nagaan hoe ver ze waren. Nog
geen muis of computer, maar al wel een muismat.
In het nieuws
vandaag: er is een groot Maya paleis ontdekt, hier bij Cancun. Het AD had zelfs
een filmpje.
Dokter Salas: De
uitslag op mijn onderbeen begint op te rukken, tijd om naar dokter Salas te
gaan. Met behulp van de Mercks met vieze plaatjes had ik gevonden, dat het bacterieel of
parasitair kon zijn. Dat dacht de dokter ook en hij schreef voor: Ivexterm
tegen parasieten, Bixelor-c tegen bacterien en Celestamine tegen allergie, dit
voor de medici. De eerste twee kreeg ik meteen
toegediend: in elke bil een prik. Dat is pas een dokter, hij prikt twee keer en je komt
niet met lege handen thuis. We betaalden hem omgerekend $ 65. In het handje, de
gezondheid van zijn portemonnee is ook belangrijk. Ik voel me stukken beter.
De tafel op het
plein is gelukt, maar het gaat misschien regenen.
Het vigerende
plan is om naar Key West te varen en dan naar Tampa met einddoel New Orleans of
Corpus Christi, Texas. Dit maakt de oversteek korter, we hebben 3 dagen zuidoosten
wind nodig, maar die staan nu nog niet in de voorspelling. Eerst veel
Northerlies, koud en hard.
Mexico (spreek
uit meggieko) zijn we nog niet geweest. Van achter het rif bij San Pedro is het
240 nMijl naar Isla Mujeres. We
vertrekken ’s middags om 12 uur en gerekend met
een vaart van 5 knopen denken we 2 dagen later om 12 uur aan te komen.
Wat vroeger als het meezit. Maar het zit
geweldig mee. De wind is 14 knopen van net achter de mast en de stroom doet er
ook nog 1 á 2 knopen bij. Dus we scheuren met 7 tot 8 knopen door de golven in een lekker zonnetje overdag
en volle maan ’s nachts. De Worlddancer 2
van Heike en Herwich zit de hele tocht 3 nMijl achter ons.
Om 06 uur bij
zonsopgang is de boot omgeven met kleine dolfijnen. Een stuk of dertig zwemt
met ons mee. Samen op naar Mexico, olé.
We varen in het
donker oostelijk langs het grote toerische eiland Cosumel en zien op het scherm 6 grote cruiseschepen vertrekken. De Explorer of the Sea lijkt met 20 knopen
voor ons langs naar het oosten te varen, maar valt dan stil en draait wat rond.
We gaan hén dus passeren en ik roep ze op om te vragen wat de intenties zijn.
Er is een "distress" zegt de mevrouw en of we wat afstand willen houden. Ik
vertel ze dat we hen op 3 nMijl afstand aan stuurboord zullen voorbijlopen.
Daar zijn ze ons heel erkentelijk voor. Als we er langs varen, is de distress
blijkbaar verholpen en komen ze volle vaart onze kant op. Keurig 4 nMijl achter ons langs. De Worlddancer krijgt het nu benauwd, maar
het cruiseschip neemt ook goed afstand van hen. Mooi ding zo’n AIS. En dank aan
Jori voor het meebrengen van een nieuwe antenne. Om 2 uur ’s nachts varen we de
baai van Isla Mujeres binnen en
ankeren.
We slapen 4 uur, lanceren
de dinghy, verzamelen de papieren en gaan aan land. Het kantoor van de
Capitania zit vol, dus gaan we eerst maar eens geld en een SIM-kaart halen.
Daarna begint het inklaren. De Mexicanan zijn de kampioenen van de formulieren,
36 formulieren (inclusief kopieen) moet worden ingevuld, getekend en gestempeld.
Dan naar Immigration 200m verderop aan de drukke straat langs het strand.
Ondertussen een paar keer naar de pappeleria om kopieen te maken. En naar de
bank om Immigration te betalen: 4 formulieren uit een soort stencilmachine. En weer terug naar de Capitania, waar ook 2
Customs ambtenaren een tafel hebben, maar die meestal weg zijn om een boot te
inspecteren. En wij weer terug naar Immigration. Steeds hebben ze nieuwe
formulieren, maar je moet steeds hetzelfde invullen, naam, nummers, data,
bestemming, enz, enz. Dan een uur wachten op de dokter, een dikke man van 200
kilo. Hij heeft ook nog 6 formulieren over ziektes en voedsel. Eigenlijk hadden
we de boot moeten laten ontsmetten, maar dat ziet hij deze keer door de
vingers. Hij meet of de kapitein geen koorst heeft. Dan zijn we er bijna. Nog
wat formulieren voor het betalen van de Capitania en een uur wachten op de
verwerking daarvan. En dan Listo!!
Klaar. Niet helemaal: de volgende dag nog naar Canzon, de grote stad aan de overkant
voor de TIP, de tijdelijk invoervergunning voor je boot. Maar dan is het gedaan
en hebben een agent van $100 uitgespaard.
In Belize is mijn achternaam veranderd in Anger......
Het klinkt erg,
maar we waren met de Zanzibar, de Evy en de Pimentao (Nederlanders en een Belg
met een Colombiaanse vriedin). Hele dag gezellig gekletst en na afloop lekker
gelunched: Zopote con pollo, heerlijk. Ik neem een foto over van Tineke, links
Leo, midden Angelique en die magere man rechts ben ik.
In een
souvenierwinkel hebben ze een pharmacie toonbank. De Omeprazol is in de
aanbieding: 2 keer 60 pillen van 20 mg voor 300 pesos oftewel $15. Dit is een heel goedkoop land.
Dus de volgende
dag om 8 uur naar de ferry voor de invoervergunning, Een boottocht met live
muziek van 20 minuten en twintig minuten lopen. Het is een rond, modern en
airconditioned gebouw. We leveren onze stapel formulieren in. Er ontbreken twee.
Niet gekregen. Kunt u ze laten mailen of
faxen? Nee u moet persoonlijk de orginelen brengen. Komt u maandag maar terug.
De oude stad van
Canzon is stoffig, lawaaierig en heet. We sjouwen een uur naar de markt, kopen
allerlei fruit en stappen in een gratis collectivo. Gratis omdat het bij de
prijs van de veerpont is inbegrpen. Dat kaartje kostte $15, dus dat mag ook
wel.
Aan de Caribische
Zee ligt het moderne Canzon: grote hotels, casinos en dancings.
Op maandagmorgen
weer met de veerboot, dit keer met een muzikant die Santana speelt, niet goed,
maar toch. Naar de watersportwinkel voor een startaccu en naar de Capitania
voor de invoervergunniing. Steinar, onze Noorse vriend en 3 Zweden zijn voor
ons, ze hebben hun papieren niet helemaal in orde (te weinig kopien, 2-zijdig
bedrukte kopien, bankbiljetten met een scheurtje), dus het duurt even. René,
die twintig jaar in Afrika heeft gewoond verteld me ondertussen hoe het daar
bij het inklaren gaat. Andere koek. Als we aan de beurt zijn, doen René in ik
het in een kwartier. Nu zijn we helemaal ingeklaard.
De
startproblemen, die aanleiding zijn om een aparte startaccu te installeren
blijken veroorzaakt door een slecht contact en de bijbehorende spanningsval. Slechte
contacten is een weerkerend probleem op het zoute water. Met Henk van de
Zanzibar maak ik de kabels voor de startaccu. Ik heb een eigen schema om de startaccu te laten
werken, maar die lijkt sterk op het schema in het grote boek van Calder, de vraagbaak voor alle elektrische en mechanische problemen.
Ondertussen is er
slecht weer op komst: 30 knopen (dikke 7 Bft) uit het Noorden. Een aantal boten
gaat naar de lagoon, maar daar is het water niet zo helder, is er weinig ruimte en is de
“holding poor”. Ons anker ligt er diep in, deze baai is rondom beschut, dus we
wagen het erop. We hebben wel eens erger meegemaakt. Volgende week zou het
trouwens erger kunnen worden, als de voorspelling blijft staan.
Morgen binnen
zitten en de Amerikaanse Golfkust bestuderen: waar en hoe in te klaren,
ankerplaatsen, plaatsen om te bezoeken, welke stukken is er een Intra Coastal
Waterway. We willen van Corpus Christi, Texas naar Key West, Florida. Dan kom je langs Houston en New Orleans en
vele andere interessante plaatsen.
Maar nee dus. Als
het de volgende ochtend gaat waaien, gaat eerst de grote Amerikaan krabben,
neemt de Pimentáo van René mee, zet koers naar de lagoon, de Pimentao met zich
meeslepend. Rijke vent, slechte zeeman. Dan liggen wij dwars, we krabben dus.
We halen het anker binnen en zetten ook koers naar de lagoon. Vlak voor de
Zanzibar ligt de Cornelia, Henk en Tineke worden zenuwachtig, roepen de
Cornelia op en die antwoorden vanuit de supermarkt een kilometer verderop. Twee
keer slecht zeemanschap, vlak voor een ander schip gaan liggen en niet aan
boord zijn als er gusts overkomen. Als ze terug zijn begint de Cornelia meteen
te krabben. Nu liggen we met de Pimentáo, René en Angelique en de Zanzibar,
Henk en Tineke aan de steiger van een chique resort. De wind giert en tiert,
maar we liggen zeker en vast. En je kunt in het zwembad aan de bar zittend naar
voetbal kijken.
Tyfustering:
Jules Deelder is overleden. We doen de vlag halfstok en ik geef hieronder Voor Ari weer. Zijn dochter Ari zat bij
Lynn op het Montesori Lyceum. We stonden wel eens samen te wachten op de stoep voor de
school.
Leuk om weer in
de Kukumber Marina te zijn. We kennen iedereen, de havenmeester en de
havenmeesteres (die tai chi van me wil leren), de havenmannen en de mannen uit
Istanbul aan de kassa van de bar bij het zwembad. De tweede dag slaan we eten
in voor de week met Jori en Steef, de derde dag halen we ze van het vliegveld.
Alles gaat vlot. Ik haal nog 4 maaltijden bij de liliput dame in de kiosk onder
het havenkantoor en we steken van wal. Terug naar Robinson eiland. De volgende dag wordt Jori dertig, hetgeen we vieren met slingers, taart en kadootjes. Kleine kadootjes, die in een koffer passen.
We nemen ze mee naar onze favouriete eilandjes: Tobacco Cay, Colson Cay en Hide Away
Cay. Hide Away Cay is niet veel groter dan het restaurant en het huis van
Dustin met vrouw en kind. We eten verse lobster en kletsen gezellig met Dustin
en zijn dochter Ana. Hij raadt ons aan de volgende dag de Sittee River op te varen en in
Hopkins boodschappen te doen.
De Sittee River
heeft weer een zandbank voor de monding, maar er is een betond geultje dat diep
genoeg blijkt. De Sittee River Marina
is laidback en heeft een eigen krokodil. Puck brengt ons met zijn oude taxi
naar Hopkins. Er wordt een oude dame
begraven en uit de kerk klinkt swingende muziek met veel drums.
Alles gaat goed
met zijn vieren, al is het voor mij niet gemakkelijk, ik kan eigenlijk alleen
Rommy verdragen en die ook vaak niet. Het varen is uit kunst, veel wind, lekker
zeilen. Maar de laatste nacht draait de wind anders de voorspeld, gaat het
anker krabben en eindigen we vlak voor het koraal. De accu krijgt de motor niet
aan de praat, we hebben weinig gemoterd en het was vaak bewolkt. Steef gooit
het tweede anker erin en we wachten, totdat de zon de accu genoeg heeft
bijgeladen. En dat gaat goed met de nieuwe panelen. Toch nog wat pech onderweg.
Weer met z’n
tweeen gaan we noordwaarts richting Mexico. Eerste stop is bij Caulcer Cay, een
soort hippie eiland met straten van zand en veel kroegen, restaurants en
duikscholen. Herwig en Heike komen naast ons ankeren en ‘s avonds gaan we de
bars bijlangs waar live muziek wordt gespeeld. Ik raak aan de praat met Ian in
een Hendrikx T-shirt. Hij haalt zijn gitaar uit de kroeg waar hij die avond speelt. Op verzoek doet hij elk Hendrikx nummer. Het mooiste is natuurlijk And the wind cries Mary. Hij laat horen
hoe goed Jimmi Page is, ik ben snel overtuigd.
18 mijlen pal Noord naar
San Pedro, een grotere toeristenstad,
om daar uit te klaren. Er komen 2 dagen oostenwind en daarna is het steeds
noord. Een beetje noordenwind is met de zuidelijk stroming al niet te doen.
Rommy gaat nog een dag duiken en ik wandel door het stadje, kijk naar een
softbal wedstrijd. Een klein mager mannetje gooit ongelooflijk hard. Op het
strand komen we Heike en Herwig weer tegen. Ze hadden willen wachten op latere
oostenwind, maar daar is geen enkel teken van. We gaan samen maandagmiddag weg
door de cut hier in het rif en profiteren van de wind op dinsdag en woensdag.
Woensdagavond draait hij weer naar Noord. We kunnen altijd onderweg een baai
opzoeken of achter Cosumel gaan liggen. Doel is Isla Mujeres. Daar vieren we
Kerst met een tiental bevriende boten.
En dan besluiten we of we via de zuidkust van Cuba naar Jamaica gaan of oversteken naar New Orleans en langs de Amerikaanse kust terug hobbelen. New Orleans schijnt leuk te zijn.