woensdag 15 mei 2019

Aankomst in Belize


De Innamorata van Steve en Carol en de Annalena zijn de overgebleven Rally boten op Utila. Zíj gaan morgen richting Florida met als eindbestemming een boatyard in de Chesapeake Bay. Wij blijven hier nog wat rondhangen en gaan dan naar Belize. Rommy heeft met de duikschool 7 keer gedoken en gisteren nog een keer met Steve en Carol. Carol maakte mooie foto's van Rommy in een kloof.

Het anker heeft in de eerste dagen 35 knopen wind doorstaan, maar met een depressie dichtbij is er soms harde westenwind en maken we een 360° draai. Vannacht gingen we daarom krabben tot 30 meter voor een catamaran. We zijn in de ochtend op de plek van Innamorata gaan liggen, die om 6 uur is vertrokken.
In verband met de EuropaCup  zijn we in de Skid Row sportsbar vaste gasten. We leggen de dinghy bij de EcoMarine duikschool er tegenover. De bar wordt bevolkt door expats: oude langharige hippies en twee oude kale Amsterdamse homo’s. Met de laatsten verwerken we de laatste minuut goal tegen Ajax. Zij zitten er niet echt mee en wij eigenlijk ook niet. 


Als je onze tracks op de kaartplotter bekijkt naar een ankerplaats aan de westpunt van Utila, dan lijkt het alsof we dwars door een eilandje zijn gevaren. We moesten vlak langs dat eilandje, alleen Navionics geeft het eilandje niet en CMaps geeft het 100m zuidelijker (verkeerde datum?). Het rif waar Calder het over heeft in zijn 25 jaar oude boek is inmiddels een eilandje geworden. Maar met eyeball navigation komen we op een ondiepe beschutte plek en dat is waar ons leven om draait, ondiepe beschutte plekken. En om drinkwater en eten. En een bar waar ze voetbal vertonen. Met bier en piza. Het is een eenvoudig leven, maar niet veel eenvoudiger dan achter de geraniums in Nederland. En vaak is het spannend, lastig en ongewis, dat houdt je jong.


De ondiepe beschutte plek is 0.77 nMijl van 2 dichtbebouwde met een brug verbonden eilandjes: Suck-Suck Cay en Pigeon Cay, plaatselijk Up en Down genoemd. We nemen een kijkje. Een kijkje is het juiste woord: de straat is 150 cm breed, er zijn 3 groceries, een hotel en een fish burger restaurant. De laatste lijkt ons wel wat, maar het is dicht. Tegenover het hotel ligt Diamond Cay, een strand en party eiland met 2 poezen, ganzen, eenden, pauwen en varkens. Er is niemand, alleen 2 jongens die het zand harken. We vragen een biertje, dat is op en wordt van Pigeon Cay gehaald. Dat duurt even en dan is het des te lekkerder in die hitte. Het is namelijk niet raadzaam om rond 12 uur te gaan lopen, we zitten 16 ° van de evenaar. 

Je hebt het eerst niet in de gaten, maar dan wordt het erg. De beten van de zandvlooien en de no-see-ums. Erger dan gewone muggen. De boot ligt vol met anti-itch tubes, maar dat helpt maar kort. Afkoelen in de zee helpt ook een tijdje. Na een dag of drie wordt het minder. Het is waarschijnlijk van het party-eiland.

We maakten 4 nmijl per uur op de overtocht uit Utila, sneller was niet goed want we hadden de ochtend zon nodig om door het rif te manouvreren dat 10 nmijl voor de kust van Belize ligt. En dan liggen we voor Placencia geankerd met de gele vlag gehesen. Het is zondag, we wachten tot morgen om geld en simkaarten te halen en een boottaxi naar de grote cargo-haven te vinden om daar in te klaren. We vinden het altijd leuk om in een nieuw land aan te komen en weer te moeten wennen en te onthouden hoeveel het geld omgerekend waard is. Belize heette vroeger British Honduras, de voertaal is dus Engels, maar ze rijden rechts.

De Hokey Pokey watertaxi scheurt met 60 km/uur door de mangroven naar Mango Cay. Dan met een taxi naar 4 kantoren in Big Creeek, het industrie en cruise havengebied: Health, Immigration, Customs and Port Authority. Inclusief lunch langs de weg doen we er 4 uur over. Nu kunnen we hier een maand rondvaren. 

Eerste indruk van Belize: lijkt op Martenique, goed in de verf, veel kleine hotels, veel local handycraft, hippe terassen en restaurants, 2 keer per week een groenteboot, duikscholen, Chinese supermarkt. Alles is duur, de duikschool is meer dan 2 keer zo duur als in Utila. Evan een woodcarver maakt voor ons een maskertje van driftwood. Er zijn bijna geen hotelgasten of cruiseschepen (te heet), dus kunnen we aardig afdingen: van 50 naar 25 US$.

We leggen aan bij Joly’s bar. Jodl is een kleine Maya-vrouw getrouwd met een grote Canadees. Aan de bar 7 dronken Canadezen. Joly en haar buurvrouw vertellen ons over de groenteboot en Ricks Cafe, het beste restaurant in town. De vriendin werkt bij de cruisseschepen, die weet veel. We gaan vanavond bij Ricks eten om Rommy's verjaardag te vieren.

We lezen, dat je de helft van de wereldproblemen kunt oplossen door je geloof en je sex in de slaapkamer te houden. Nou de andere helft nog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten