vrijdag 8 maart 2019

Fort Sherman en carnaval in Panama City



Om 04 uur ’s nachts beginnen de apen te brullen. Om 7.30 uur (half seven. zeggen de Engelsen) gaan we wandelen over de verlaten wegen en  spoordijken van het kamp Sherman. Er zijn 3 soorten apen, veel meerkatten, toekans en andere prachtige vogels. Een groep gele vogels heeft hangende nesten aan het eind van de bladeren van een hoge palmboom. Zelf vind ik de overwoekerde artilerrie batterijen en gebouwen mooier. In 1999 hebben de Amerikanen het kamp overgedragen aan Panama. De haven is de jachthaven geworden waar we nu liggen en 1 van de 7 grote gebouwen bij de airstrip wordt door het leger gebruikt. De rest is aan de jungle overgelaten. Vanaf 1950 was er het jungle trainings centrum, de soldaten die in Korea en Vietnam vochten zijn hier door de jungle gekropen. The Green Hell werd het genoemd. 

We vinden een blok gevangeniscellen, ondergrondse munitiebunkers, een kerk en riante stafkwartieren. Ook de resten van een dierentuin: om de soldaten te tonen hoe een boa constructor er uit ziet, voor het geval dat. Bij een omgezaagde teakboom vind ik een paar kleine stukken voor mjn houtsnij hobby. Terug halen we verse croisants, het kon slechter.

De bus naar Panama City brengt ons langs een uitzichtpunt bij de nieuwe sluizen. Alles is groot en massief. Er is een voorlichtingsfilm: zoveel zand, zoveel staal, zoveel werkers, de Amerikanen worden niet genoemd. Een groot cruiseschip wordt keurig in de sluis gevaren. Op de terugweg zien vanaf de veerpont de Zuiderdam passeren.

Het is Carnaval, het geboekte hotel zat vol en we zijn overgeboekt naar een top hotel. Uitzicht over de Pacific. De wagens en kostuums zijn prachtig, maar verder is carnaval niet aan ons besteed. Er zijn ongeveer 1000 politieagenten op het carnavalsterrein en alles verloopt zonder problemen. De muziek staat veel te hard. Bij de ingang wordt je gefouilleerd en moet je een ID tonen. Nu hadden ze ons juist aangeraden geen ID mee te nemen. Steve was politieagent in Londen en op één of andere manier weet hij ons groepje naar binnen te kletsen. Er zijn honderden etensstalletjes, die allemaal hetzelfde verkopen: gegrilde vleesstokjes, chorizostokjes en hotdogs. Ik maak nog een praatje bij de politie commandowagen (soy polizista pensionado de Rotterdam) en complimenteer ze voor hun perfecte optreden. Ze hadden me graag in de wagen gelaten, maar zonder ID kan dat niet.


’s Avonds eten we Aziatisch in een door Phili[p Starck geinspireerd gebouw, de Yoo Panama. Het is lekker en gezellig.


Na het overvloedige hotelontbijt, gaan we naar het Bio Museum, een gebouw van Frank Gehry. Het museum is gesloten vanwege carnaval, maar de buitkant en de tuinen er om heen zijn de moeite waard. We lopen terug langs de voormalige Amerikaanse basis en steken door naar de oude stad. Taxichauffeurs raden ons af dat lopend te doen, vanwege de slums waar we doorheen moeten. We wuiven dat weg, we zijn met zijn vieren, wat kan ons gebeuren. En die taxichauffers willen alleen maar een ritje. Als we dan midden in de armoede, vuil en lawaai lopen zijn we toch wel even beangstigd. Gelukkig is het vanwege carnaval druk op straat en groeten verschillende mensen ons uitbundig. Waarschijnlijk uit waardering dat we hun wijk durven bezoeken.



De oude stad is vergelijkbaar met die van Cartegena en Santa Cruz (Puerto Rico). Vanaf de volkswijk staan de gevels in stalen geraamtes om later gerestaureerd te worden, aan het einde is alles al mooi gerestaureerd. Gemiddelde huizenprijs 1,5 miljoen dollar. Om de oude stad loopt een autoweg op palen in het water, die het uitzicht danig bederft.


De 3e dag zijn de winkels weer open en gaan we naar een kaartenwinkel en Centro Marine. Het brengt ons in het alledaagse Panama. Voor de bus vertrekt kijken nog wat rond bij de hoogbouw, één gebouw met verdraaide verdiepingen staat ons wel aan: El Tornillo (de schroef).  Nog even langs Colon, naar de supermarkt en voor een usb-kabel. We komen voorbij een bouwvallige en smerige gevangenis. De gevangenis in Holland waar ik in zat was veel mooier, zeg ik trots. Ze weten niet wat ze daar nu weer van moeten denken.

Rhonda (de weduwe) vertrekt naar de States en brengt ons haar hele voedselvoorraad en nog nog 2 omvormers. We maken een selectie en geven de rest aan de armen. Ik help Bob met de voorbereidingen van onze kanaaltrip: we gaan samen met Terry en Fiona mee als linehandlers op de Rhapsody van Sarah en Bob. Dus over een paar dagen zijn we weer in Panama City. Gaan we waarschijlijk nog wat dingen bekijken, die met het carnaval waren gesloten. Je moet toch wat.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten