dinsdag 29 mei 2018

Grenada, spice island


De bergweg is smal en de airco is defect. Als er een tegenligger opdoemt duik ik de rechterberm in. Links, links, roepen Jori en Rommy. Oh ja, links houden. Het binnenland van Grenada is dichtbegroeid regenwoud met veel bloemen. In de dorpjes geiten, zwerfhonden en rondhangende mannen.               
We lopen 1 ½ uur rond het Etangmeer, we eten in het vissersdorp Glenville. Bij de Concord waterval worden we begroet door een man: I am here for your safety and entertainment. Don’t jump, antwoord ik. Bij elke waterval springen ze voor $EC 50 boven van de rotsen (zie gele schim op de foto). Dat hoeven we niet meer te zien. Bij een kasteel wordt er zondag geen entree geheven, gelegenheid voor de bewakers het geld toch te vragen en je ongevraagd een rondleiding te geven. Als de man geld wil voor zijn rondleiding, doen we dat dus niet. Laat ze de Amerikanen maar belazeren...

Ik heb de auto gehuurd bij een klein hotel met autoverhuur, botenverhuur, bar, restaurant, garage en pech-service. Aan de overkant van de weg heeft de eigenaar een stuk baai gedempt en een parkje aangelegd. In het parkje staat nu een schreeuwerige soep-verkoop-tent. Van de broer van de minister, niks aan te doen. De eigenaar heeft een grote pot witte verf klaar staan op het terras. Om het zebrapad voor het hotel opnieuw te schilderen. Hij wacht al 5 weken op toestemming. De gefrustreerde ondernemer doet ons uitvoerig uit de doeken hoe het hier werkt. 


De hoofdstad St George is druk, luid en heet. Er zijn twee baaien gescheiden door een containerhaven. Elke dag ligt er een ander vrachtschip. Er wordt veel bouwmateriaal ingevoerd. Hout, cement, stenen, asfalt. Ze hebben hier zelf niks. Het centrum ligt achter de linker baai, over een steile heuvel. Er is een tunnel uit 1895 waar je vlak langs de auto’s kan lopen.

Als de scholen uitgaan is het vol met kinderen in uniform, die chips en snoep eten. De scholen hebben eigen snoepwinkeltjes. De helft van de kinderen is dik. Meer dan de helft van de bevolking is dik: ontbijt met kip en rijst, lunch met kip en rijst en het is te warm en te stijl om te lopen. 


Jori is inmiddels in Amsterdam aangekomen (zonder koffer). Volgens Nu.nl is er daar een hittegolf.  Gemakkelijke overgang voor Jori. Ietsje koeler, maar ook minder wind. Met belangstelling volg ik de rechtszaak van Patricia Paay. Verdaagd naar woensdag om te kunnen schikken. Ze wil 4,5 ton. Woensdag gaan we oversteken naar Trinidad, dus we zullen er pas later over horen.


Mag ik nog een schrijver aanbevelen? Yanagihara: Een klein leven. Aangrijpend, perfect geschreven, soms moet je het wegleggen, magistraal. En vergeet de biografien van Heineken en Bernard niet, heel leerzaam. Tussendoor lees ik opnieuw Hermans, hoef ik niet aan te bevelen en voor de lol Nicci French. Jammer dat Jori het boek van Gordon niet achter kon laten. 


In het kleine Customs and Immigration kantoortje wordt alles weer gecopieerd en geregistreerd.

We krijgen een Grant of Clearance, under section 10 (1) of the Immigration Act 2010 (revised) edition. Morgen naar Trinidad, einde van de reis. Voorlopig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten