dinsdag 31 oktober 2017

Williamsburg, Yorktown



De Antipoison Creek werkte goed: rustig en windstil. Kapitein John Smith kreeg in 1608 van de Indianen een papje van modder uit deze kreek op de stingray-beet die hij bij Stingray Point had opgelopen. Zo hebben alle namen een betekenis. Veel namen zijn Indiaans: Rappahannock River, Potuxent River, Susquehanna River. We lichten het anker bij zonsopgang en gaan 40 nM tegen de stevige zuidwind in naar de Sarah Creek. We zoeken beschutting voor het passeren van de tropische storm Phillipe (remember Ophelia?). In de baai gaat het 34 kts (Bft 8)  waaien, in deze kreek zal het hooguit 20 kts (5 Bft) zijn. Milan en Michelle hadden 55 kts (11 Bft) in North Carolina. Die zijn te vroeg naar het zuiden gegaan.

Wij blijven hier een paar dagen om de historische steden te bezoeken. Rommy was 50 jaar geleden in Williamsburg, toen ze hier studeerde. Het is niks veranderd, kan ook moeilijk, de historie blijft hetzelfde. Een brede straat met 18e eeuwse huizen. Voor de huizen die je kan bezichtigen zit iemand in historische kleding. Mooi maar saai. De hemel is blauw, het  is lekker warm. Met de ubertaxi via de Collonial Parkway met de bomen in herfstkleuren terug naar Yorktown. Yorktown heeft geen verklede acteurs, maar is schilderachtiger. Hier is de Onhafhankelijkheids Oorlog gewonnen. Een groot Liberty monument getuigt van dit moment. We eindigen onze dag met een ubertaxi rit naar de West Marine Store voor een Y-klep voor het toilet. Ze hebben het niet, maar laten er één apart leggen in Hampton. We hebben op de boatshow in Annapolis een bon gekregen voor een gratis overnachting in de Public Pier Marina in Hampton. Dat gaan we dus doen, 30 nMijl, zuidwaarts, windstil, blauwe lucht, moteren.

In Williamsburg is een grote Barns & Noble boekwinkel (een soort Donner). Ik twijfel of ik American Philosophy zal kopen, doe het toch maar niet. Er is een plank van één meter met atheïstische boeken, dat doet me goed. Later zijn we in een thriftstore van één of andere kerk, de mevrouw achter de kassa draagt nonnenkleding. Ik kom binnen met de grote diesel-jerrycan, zojuist gekocht bij West Marine. Ik zwaai ermee en zeg dat hij leeg is. Ze vlucht naar achteren en komt terug met een collega zonder klederdracht en ze houden mij in de gaten.

Het is steeds weer die vreemde mengeling van gastvrijheid, openheid, conservatisme en christelijk sectarisme. Ontwikkelde liberale mensen en bekrompen Trump-aanhangers. Het land is in tweeën verdeeld. En iedereen is aardig en behulpzaam, de natuur is groots en betoverend. En de burgers en het bier zijn geweldig. En de CO2 uitstoot van de SUV’s en de powerboten is maximaal. En de president is een gevaarlijke gek. En het is een land met grote schilders en schrijvers, met de meeste Nobelprijswinnaars. Het is optimistisch en energiek, sentimenteel en commercieel. Zeg het maar...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten