zaterdag 24 oktober 2020

Norfolk

 Ik zit voor het raam van Gerry s appartement aan het IJ. Het is 2 maanden geleden, dat ik naar het hospitaal van Hampton ben gebracht. Alles gaat uitstekend, alleen de lichamelijke en geestelijk conditie is nog niet helemaal wat het is geweest.

Ik zal  hieronder verslag doen van het ziekenhusi- avontuur en daarmee het blog (voorlopig) afronden.



Na een week bij Norfolk te heb gelegen, gingen we naar Hampton, het stadje waar de NASA is begonnen. Ik bezocht het museum en wandelde in de buurt. Rommy ondernam steeds de voettocht naar de FoodLion, dat was voor mij te ver. Elke dag werd ik kortademiger. Op het eind zette ik Rommy af op de gemeente-steiger en liep daar nog een klein stukje. Ik had leuke gesprekken met Robbert van de toeristenboot. Ik was in de war, toen Robbert zei: ik ga een ambulance voor je bellen.  Hij was zelf medic op een ambulance geweest en wist wat hij zag.  Ik sputterde nog wat, belde Rommy. Dat kost hier wel $600 dollar, maar als ik moest het maar doen. Even later lag ik de ambulance.



In het algemene ziekenhuis van Hampton werd ik 3 dagen aan alle mogelijke testen onderworpen. Een stetoscopie bracht tenslotte de dichtgeslibte kransslagaders aan het licht. Ik werd overgebracht naar het Hart Hospital in Norfolk. Dat is het beste hart ziekenhuis van de USA en daarmee misschien wel van de wereld. En het was een perfect ziekenhuis, voor zover ik het heb meegemaakt.



Rommy was ondertussen heel druk met het regelen van de vergoedingen bij de SOS-dienst en de OHRA. Ze deden overal moeilijk over en stelden hun besluiten uit. Ook wist Rommy een gratis ligplaats in Norfolk van de OCC te krijgen en werd ze geweldig geholpen door een aantal mensen daar. De chirurg, dokter Unger heeft de operatie gedaan zonder formele toestemming uit Nederland, het kon niet meer wachten.



Na de operatie begon de ellende. Ik lag voor dood aan de machines en leek niet te herstellen.  Na 5 dagen coma kwam er weer leven in me en na 10 dagen werd ik uit de coma gehaald en verbleef nog een paar weken op de IC. Daar herinner ik me helemaal niets van . Ik had vreselijke nachtmerries met moord en doodslag, die ik me nog steeds tot in detail kaan herinneren. De eerst tijd dat ik wat meer bij kennis was, kon ik ook nachtmerrie en werkelijkheid niet onderscheiden.



De machteloosheid: ik kon het knopje om de zuster te bellen niet indrukken, ik kon een hoofdkussen niet optillen en ik had nooit geweten, dat mijn mobiel zo loodzwaar was.

Maar het langzaam beter, eerst langzaam en later heel snel. Een week fysiotherapie deed wonderen. De mooiste momenten waren; Voor het eerst naast mijn bed staan, de fit-to-fly verklaring van Unger, weer mogen eten, weer dunne vloeistoffen mogen drinken, de eerste 5 stappen buiten mijn kamer en tenslotte de discharge en de tocht naar het Marriott- hotel. Ik moest steeds janken, ik ben nog steeds erg jankerig.  Bereid je maar voor. Het was weer heel veel mailen en bellen om een vlucht geboekt te krijgen, maar na 10 dagen hotel vlogen we business-class van Washington naar Amsterdam in een bijna lege Airbus 330.



In Amsterdam werd ik meteen met een ambulance naar het AMC gebracht. Na twee dagen testen en met dezelfde 12 medicijnen als in de US bracht Bert ons naar de Westerdoksdijk aan het IJ. Bert heeft een huisarts geregeld en ons overal naar toe gebracht. Het AMC heeft controles, fysiotherapie en dieet advies geregeld. Ik loop elke dag een paar blokjes om en doe alles weer.

Ik ben dankbaar  voor de hulp van zoveel mensen aan Rommy en aan mij. Allereerst Robbert, die me in de ambulance zette en daarmee mijn leven redde. Natuurlijk dokter Unger en IC-zusters. De staf van het ziekenhuis, die dingen uitzocht en regelde. Carl en Bernie van de ankerplaats in Hampton, die met de boot hebben geholpen en me met de auto hebben rondgereden. Bij een afscheidsborrel op de steiger in Norfolk waren 14 mensen, die ons hadden geholpen. Nou jank ik dus. En Door en Bert in Nederland. Jank, jank. En Heike en Herwig. Danke fur alles und wir sehen uns bestimmt wieder. En Gerry, die ons een maand hier laat wonen. Op het eerste bericht van Rommy op de App, kwamen 30 meelevende reacties van internationale zeilvrienden.

 

Met Door en Bert gingen we donderdag een penthouse in Rotterdam-Zuid bezichtigen. Inmiddels heben we geboden en is er redelijke kans, dat Scherpenhoek 86 onze nieuwe woning wordt.






Alleen maar gunstige berichten. Maar Rommy mist het Caribische leven heel erg en het is extra erg omdat je hier door her virus bijna niks leuks kan ondernemen.

De boot staat in ergens heel veilig op het land en volgend voorjaar gaan we misschien nog even varen en dan maakt Rommy de oversteek terug. Er hebben zich een aantal enthousiaste en kundige zeilvrienden gemeld om die overtocht mee te maken. Het ligt nog niet vast, dus je kan je ook nog melden. Het is een onvergetelijke ervaring.

De afgelopen 4 jaar zijn so-wie-so onvergetelijk, ook daar ben ik dankbaar voor.. Dat nemen ze ons niet meer af.



2 opmerkingen:

  1. Zoo, dat is schrikken! Sterkte gewenst met het verdere herstel. Groeten van Atty en Jan Willem van de Quies

    BeantwoordenVerwijderen