maandag 19 maart 2018

Eleuthera en Little San Salvador


Met het opzoeken van stalling in Trinidad en het aansluitende e-mails hebben we nogal wat stroom verbruikt. Na het eten willen we de motor draaien, zodat onze nieuwe alternator de accu’s bij kan laden. Als ik contact maak komt er een hoop lawaai en gevonk uit het motorruim. Kapotte startmotor? Dat kan er ook nog wel bij. Bij de afgebroken windgenerator, de defecte spanningsregelaar, de haperende tachometer, de verloren roeispaan, de losgeschoten preekstoel en de verloren kettingstripper. In het donker is het niet goed werken aan de motor, dus we slapen eerst (onrustig). ’s Morgens ontdekken we dat de moer van de kabels aan de plus van de startmotor los zit. Dat gaf het gevonk en geen start. Valt dus gelukkig mee. Alle andere voornoemde dingen, behalve de chainstripper zijn opgelost.


Van Marsh Harbour varen we langs de tvtas van de Near Bahamas, langs Lubbers Island (hier wordt een groot staatsman geĆ«erd) en we ankeren in de buurt van Little Harbour onder Lyanard Cay.           ‘s Morgens om 6 uur bereiden we ons vertrek voor en als eerste van een stuk of 10 boten nemen we de nauwe doorgang door de riffen en koersen naar Eleuthera. Voorspeld was 4 tot 5 Bft, maar het is 5 tot 6 Bft: 11 uur stampen schuin tegen de wind in. Maar we bereiken bij daglicht de baai van Royal Island. Er liggen 20 boten in de beschutte baai met een ingang van 10 meter breed. De volgende morgen vertrekken we als enige, er is een dag regen voorspeld. Maar de oversteek naar Alice Town gaat soepel en de regen valt mee. Alice Town is een lagune waar de ingang door de rotsen met explosieven is gemaakt. 


Binnen liggen we met 12 andere boten uit vele landen. Twee mannen van de boot naast ons komen aanvaren: Goede middag ... Robbert is op zijn 17e van Warmond naar de USA verhuisd en heeft leren zeilen op de Kaagerplas. We praten over de Annalena en de lastige doorgang Current Cut met stroom en riffen.

Volgende stop is Governors Harbour, de hoofdstad van Eleuthera. In de nacht harde wind. We liggen beschut, maar de swell doet de boot schommelen en stampen. We slapen weinig. 
Er staan mooie Engelse zomerhuizen op de heuvels, er is een oude bibliotheek en op vrijdag kun je bloed geven bij de medische post (voor een Guinness). We maken er lange wandelingen en vergeten bloed te geven. Als Rommy naar de kapper is koop ik zelf een blikje Guinness in de liquorstore. De kapster deed maar wat, zegt Rommy. Voor we het anker ophalen praten we nog kort met de Amerikanen van de grote boot naast ons. Ze hebben een zomer in Trinidad op de kant gestaan op dezelfde boatyard als waar wij naar toe gaan. Het is er perfect zeggen ze, alleen erg warm. Ze begonnen ’s nachts om 3 uur te werken en stopten om 9 uur. Je kan er ook een airco appartement huren. We zien wel.

We gaan naar Rock Sound, een mooie ondiepe baai zonder swell aan de zuidkant van Eleuthera. Het is windstil en 25 nMijl rechtuit. Geschikt om de electrische stuurautomaat te gebruiken. En er gebeurt niks.... We zitten we even in een periode van storingen en pechgevallen. Ik haal de reserve stuur-unit tevoorschijn en sluit die aan. Ook niks. Er is spanning op de stekker van de servomotor. Twee kapotte automaten? Mijn analyse is een verrotte leiding (wel spanning, geen stroom). Rommy’s  hypothese is een kapotte stekker. Ik haal de strekker er tussen uit...niks. Slechte hypothese. Nee, zegt ze, een hypothese is nooit slecht. Of ik geen wetenschapstheorie heb gehad? Het blijkt de leiding te zijn. Een goede analyse. Nieuwe kabel gelegd en hij werkt weer als een zonnetje. Nu de kettingstripper nog.


We gaan verder oostwaarts langs de buitenste eilanden: Eleuthera, Little San Salvador, Cat Island, San Salvador, Conception en Rum Island. Allemaal door Columbus ontdekt en benaamd. Het is er wat minder beschut en weinig zeilers gaan er naar toe, maar de stranden zijn schitterend en het snorkelen is superb. Als we de baai van Little San Salvador naderen vertrekt net de Nieuw Amsterdam, een cruiseschip van de HAL, 86.700 ton, 2106 passagiers. Het eiland is eigendom van de HAL en de schepen komen hier voor een dag strandplezier. Aan de zuidkant van de baai is een caribisch dorp nagebouwd met een pretpark. Caribisch Disney Land. Men kan jetskien en zwemmen in een met netten afgezet zwembad. Zeiljachten mogen aan de noordkant liggen. Er vertrekt nog een veerboot met personeel en dan is het uitgestorven. ’s Avonds is het pikkedonker, een eerste sikkeltje maan, alleen maar duizenden sterren.

Als we de volgende morgen om 7 uur opstaan liggen er de Koningsdam en Oosterdam. Er liggen dus nu 3 Rotterdamse boten. De tenders varen druk heen en weer naar het strand. Met 4000 man op een onbewoond eiland. Deze mensen beleven een heel andere Cariben dan wij. Ze komen niet voorbij de aangeveegde namaak Caribische souvenir en taxfree gebieden. Ook al liggen er 3 cruiseschepen, we komen er nooit iemand van tegen op de markt, bij de vissers, in de snackbar of bij de kapper. Maar we hebben hetzelfde mooie weer en het heldere water. Zij hebben een net om hun zwembad, wij moeten uitkijken voor de haaien.

We posten deze blog (het internet is ook prima hier) en varen dan langs de cruiseschepen naar Cat Island. Ze beweren daar, dat Columbus er is geland, maar er zijn meer eilanden die dat claimen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten